Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 25 juni 2021, met producties en aanvullende producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de mondelinge behandeling gehouden op 5 juli 2021;
- de pleitnota van [naam eiser];
- de pleitnota van EYNL.
2..De feiten
NL Admission Agreementgesloten.
the Professionalen de Vennootschap als
the Partner, is onder meer het volgende opgenomen:
CONSIDERING:
Fundamental RulesEYNL (versie 2019), bevat het volgende arbitragebeding:
All disputes arising pursuant to or in connection with the NL Members Agreement,
AN Admission Agreement(hierna: de Partnershipovereenkomst) gesloten. Hierbij is de overeenkomst met EYNL ongewijzigd gebleven. Het winstaandeel dat de Vennootschap ontving, werd steeds betaald door EY NL.
NL Members Agreementzoals vermeld in 2.2, met dien verstande dat daarin wordt verwezen naar de
AN Rules.
the Fundamental Rules of EY Advisory Netherlands LLPbevat een arbitragebeding vergelijkbaar met het onder 2.3 vermelde arbitragebeding.
Fiscal Year 2018) en een mogelijke overtreding van de mededingingswet.
Ernst & Young Advisoryop briefpapier van EYA. Vervolgens heeft EYNL de Vennootschap gekort op haar winstaandeel. Tegen deze korting heeft [naam eiser]/de Vennootschap (intern) bezwaar gemaakt.
Results internal investigation” van 11 juni 2020 heeft Van Doorne [naam] (hierna: [naam]), General Counsel EY, geïnformeerd over haar bevindingen.
AN Rulesen daarmee met het arbitragebeding en dat [naam eiser] geen feiten of omstandigheden naar voren heeft gebracht waaruit volgt dat de door hem gevraagde voorziening niet of niet tijdig in arbitrage kan worden verkregen. Verder heeft de voorzieningenrechter overwogen dat [naam eiser] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het arbitragebeding voor hem onredelijk bezwarend is. Tegen dit vonnis heeft [naam eiser] hoger beroep ingesteld. Ten tijde van de mondelinge behandeling stond de zaak in hoger beroep voor memorie van antwoord.
De Documenten die door [naam eiser] worden gevorderd, zien niet op een rechtsbetrekking waar [naam eiser] rechtstreeks partij bij is. [naam eiser] is uit hoofde van zijn vennootschap [naam bedrijf] een partnership met EY NL en EYAN aangegaan en staat derhalve niet in directe rechtsbetrekking met EY NL en EYAN als natuurlijk persoon. Los van de overige bezwaren die strekken tot een afwijzing van de vordering van [naam eiser] (...), had het voor de hand gelegen als de vordering tot afgifte van de Documenten zou zijn ingesteld door zijn vennootschap, [naam bedrijf], en niet door [naam eiser] als natuurlijk persoon bij EYAN.”
3..Het geschil in de hoofdzaak
4..Het geschil in het incident.
5..De beoordeling
NL Admission Agreement(zie 2.2) hebben partijen, onder wie [naam eiser] in persoon, expliciet ingestemd met de toepasselijkheid van de
NL Rules, inclusief latere afspraken en regelingen. Artikel 21 van de
Fundamental Rules EYNLbevat een uitgebreid arbitragebeding met betrekking tot alle geschillen die voortvloeien uit of samenhangen met de tussen de Members en EYNL gesloten NL Members Agreement. Aangezien de door [naam eiser] gevorderde bescheiden betrekking hebben op zijn positie, althans die van de Vennootschap, binnen EYNL, hangt de exhibitievordering samen met de NL Members Agreement. Aangezien EYNL de gegevens niet vrijwillig verstrekt, is sprake van een geschil. Daarmee valt de exhibitievordering van [naam eiser] onder het bereik van het arbitragebeding van artikel 21 van de
Fundamental Rules EYNL. [naam eiser] kan niet gevolgd worden in zijn stelling dat het arbitragebeding enkel zou gelden voor de Vennootschap. Uit niets blijkt dat de werking van het arbitragebeding is beperkt tot ‘Members’ gedurende hun lidmaatschap. Uit het feit dat EYAN zich in de conclusie van antwoord in het eerdere kort geding op het standpunt heeft gesteld dat er (in het kader van de eisen van artikel 843a Rv) geen directe rechtsbetrekking zou bestaan tussen EYNL en [naam eiser], kan op geen enkele wijze worden afgeleid dat EYNL zich in dit kort geding niet op het standpunt mag stellen dat [naam eiser] (wel) gebonden is aan het arbitragebeding.
NL Rulesin samenhang met de
NL Admission Agreementals schriftelijk bewijs in de zin van artikel 1021 Rv. Zoals hiervoor is overwogen valt de exhibitievordering van [naam eiser] onder het bereik van het arbitragebeding waarin is overeengekomen dat alle geschillen, ook daar waar het een spoedeisende voorziening betreft, – met uitsluiting van de gewone rechter – in arbitrage moeten worden beslecht.
1.016,00