Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 impliciet primair ten laste gelegde (poging doodslag) en het onder 2 subsidiair ten laste gelegde (poging zware mishandeling);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals deze in het advies van GGZ Tactus Zwolle van 25 juni 2021 zijn vermeld,
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr)voor de duur van 5 jaar, inhoudende een contactverbod met [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] , met 1 week vervangende hechtenis per overtreding met een maximum van 3 maanden;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en de op te leggen vrijheidsbeperkende maatregel.
4..Ontvankelijkheid officier van justitie en vormverzuim
5..Waardering van het bewijs
Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien er een aanmerkelijke kans is dat dat gevolg zal intreden en de verdachte deze kans bewust heeft aanvaard. De beantwoording van de vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het moet gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
zij op 28 maart 2021 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[naam slachtoffer 1]
opzettelijk
van het leven te beroven, met een mes in de (boven)rug van die
heeft gestoken en (vervolgens) met dat mes in
een (boven)arm van die [naam slachtoffer 1] heeft gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. subsidiair
zij op 26 januari 2021te Spijkenisse
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [naam slachtoffer 1] opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
met een (glazen) kaarsenhouder op of
tegen het (voor)hoofd van die [naam slachtoffer 1] heeft geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
6..Strafbaarheid feiten
1..poging tot doodslag;
2..(subsidiair) poging tot zware mishandeling.
7..Strafbaarheid verdachte
8..Motivering straf en maatregel
PTSS’) als gevolg van het laatste incident. Dit incident heeft bovendien plaatsgevonden in de woning van het slachtoffer, een plek waar zij zich bij uitstek veilig zou moeten kunnen voelen. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke gebeurtenissen nog geruime tijd zowel lichamelijk als ook psychisch nadelige gevolgen hiervan kunnen ondervinden, wat ter terechtzitting tot uitdrukking is gebracht door het voorlezen van een verklaring van het slachtoffer. De verdachte heeft door aldus te handelen geen respect getoond voor de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Het betreffen ernstige feiten en de rechtbank rekent de verdachte dat zwaar aan.
9..Vorderingen benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (VIERENTWINTIG) maanden,
8 (ACHT) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
dadelijk uitvoerbaarzijn;
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
dadelijk uitvoerbaaris;
- een bedrag van
- een bedrag van
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 1] te betalen
€ 5.419,94 (zegge: vijfduizendvierhonderdnegentien euro en vierennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
62 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 1] te betalen
€ 549,90 (zegge: vijfhonderdnegenenveertig euro en negentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
10 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
zij op of omstreeks 28 maart 2021 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[naam slachtoffer 1]
opzettelijk
van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de (boven)rug van die
heeft gestoken en/of gesneden en/of (vervolgens) met dat mes of voorwerp in
een (boven)arm van die [naam slachtoffer 1] heeft gestoken en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
zij op of omstreeks 26 januari 2021, althans in of omstreeks de maand januari 2021
te Spijkenisse of te Rotterdam
aan [naam slachtoffer 1]
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel, te weten een hoofdwond, een (blijvend) litteken tot gevolg
hebbend, heeft toegebracht door met een (glazen) kaarsenhouder of -standaard,
althans een hard voorwerp op of tegen het (voor)hoofd van die [naam slachtoffer 1] te slaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
zij op of omstreeks 26 januari 2021, althans in of omstreeks de maand januari 2021
te Spijkenisse of te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [naam slachtoffer 1]
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
met een (glazen) kaarsenhouder of -standaard, althans een hard voorwerp op of
tegen het (voor)hoofd van die [naam slachtoffer 1] heeft geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 26 januari 2021, althans in of omstreeks de maand januari 2021
te Spijkenisse of te Rotterdam
heeft mishandeld door met een (glazen) kaarsenhouder of -standaard,
althans een hard voorwerp op of tegen het (voor)hoofd van die [naam slachtoffer 1] te slaan.