Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van [verzoekster] van 2 oktober 2020, met producties 1 tot en met 10;
- het verweerschrift van VANAD, met producties 1 tot en met 4;
- de aantekeningen van de op 16 november 2020 gehouden mondelinge behandeling en de bij die gelegenheid door de gemachtigde van [verzoekster] overgelegde pleitnotities;
- de brief van VANAD, ontvangen op 20 november 2020, met als productie 5 een terugkoppeling van de bedrijfsarts van 18 november 2020;
- de brief van [verzoekster], ontvangen op 20 november 2020, houdende mededeling dat een aanvraag om een deskundigenoordeel is ingediend bij het Uwv en verzocht is om aanhouding in afwachting van de uitkomst daarvan;
- de brieven van partijen van 23 en 24 november 2020;
- het e-mailbericht van de griffier waarin is meegedeeld dat het deskundigenoordeel van het Uwv wordt afgewacht alvorens uitspraak te doen;
- het e-mailbericht van de gemachtigde van [verzoekster], met als productie 11 het deskundigenoordeel van het Uwv van 18 januari 2021;
- de e-mailberichten van de griffier van 29 januari 2021 en 2 februari 2021 aan de gemachtigden van partijen;
- het e-mailbericht van de gemachtigde van [verzoekster] van 26 februari 2021, waarin verzocht is een beschikking te geven;
- de brief van 26 februari 2021 waarmee de huidige gemachtigde van VANAD zich heeft gesteld en waarin verzocht is om te mogen reageren in verband met nieuwe feiten en omstandigheden die zijn opgekomen;
- het e-mailbericht van de griffier waarin partijen is meegedeeld dat een nadere schriftelijk ronde komt in deze zaak en aan de gemachtigde van VANAD de gelegenheid is gegeven om uiterlijk op 30 maart 2021 schriftelijk te reageren en aan de gemachtigde van [verzoekster] te kennen is gegeven dat hij daarna gelegenheid krijgt om daarop te reageren;
- het aanvullende verweerschrift van VANAD, met bijlage;
- de schriftelijke reactie daarop van [verzoekster].
2..De feiten
“1e officiële Waarschuwing”heeft VANAD - verkort weergegeven - het volgende aan [verzoekster] geschreven:
“Laatste Officiële Waarschuwing”heeft VANAD - verkort weergegeven - het volgende aan [verzoekster] geschreven:
“Ontslag op staande voet”heeft VANAD - verkort weergegeven - het volgende aan [verzoekster] geschreven:
3..Het geschil
4..De beoordeling
Betreft
2..Vraagstelling
Is cliënt bij geschildatum 05-08-2020 geschikt voor het uitvoeren van haar functie in volledige omvang?
3..Onderzoeksactiviteiten
Het dossier werd bestudeerd. Een telefonisch spreekuur met cliënt vond plaats op 04-01-2021. (…)
4..Onderzoeksgegevens
(…)
5..Beschouwing
6..Conclusie
Cliënt is per geschildatum 05-08-2020 niet geschikt te achten voor haar functie in volledige omvang. (…)”
5..De beslissing
- € 1.621,60 bruto per maand aan salaris vanaf 5 augustus 2020;
- haar opgebouwde en niet uitbetaalde vakantietoeslag, voor zover aanspraak op uitbetaling daarvan is ontstaan;
- een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de data waarop uitbetaling van het salaris respectievelijk de vakantietoeslag had dienen plaats te vinden tot aan de dag van algehele voldoening;
- € 83,- aan griffierecht; en
- € 721 aan salaris voor de gemachtigde;