Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 30 april 2021;
- de aktes van [eiseres] en [gedaagde] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, is op 23 juli 2021 een tussenvonnis uitgesproken in het kader van een derdenbeslag op kinderalimentatie. De eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in persoon optreedt. De procedure is voortgekomen uit een eerder tussenvonnis van 30 april 2021, waarin de zaak was verwezen naar de rol voor verdere processtukken. De kantonrechter heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om bij akte te reageren op elkaars standpunten en heeft het verzoek van de gedaagde om een mondelinge behandeling gehonoreerd. Vanwege de coronamaatregelen zal deze behandeling echter plaatsvinden via een beeld- en geluidverbinding met het programma Skype voor bedrijven. De kantonrechter heeft de partijen verzocht hun e-mailadressen en verhinderdata voor de komende vier maanden op te geven, zodat een datum voor de mondelinge behandeling kan worden vastgesteld. Tevens is er een afschrift van de aantekeningen van de griffier van de mondelinge conclusie van repliek in conventie en conclusie van antwoord in reconventie aan de gedaagde verstrekt. De kantonrechter heeft verder iedere beslissing aangehouden tot de mondelinge behandeling.