ECLI:NL:RBROT:2021:7152

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 maart 2021
Publicatiedatum
23 juli 2021
Zaaknummer
KTN-8963423_19032021
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning in Schiedam

In deze huurzaak heeft de stichting Woonplus Schiedam, eiseres, gevorderd om de huurovereenkomst met de gedaagde te ontbinden en de gedaagde te veroordelen tot ontruiming van de woning. De gedaagde had een betalingsachterstand van € 3.805,74 aan huur, plus rente en incassokosten, wat in totaal € 3.907,90 bedroeg. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de feiten waarop de vordering is gebaseerd niet heeft betwist en dat de vordering gegrond is op de wet. De hoogte van de betalingsachterstand rechtvaardigde de ontbinding van de huurovereenkomst en de veroordeling tot ontruiming. De gedaagde heeft een afbetalingsregeling voorgesteld, die door Woonplus is aanvaard en in het vonnis is opgenomen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld in de proceskosten en heeft de gedaagde toegestaan om het verschuldigde bedrag in maandelijkse termijnen te voldoen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het méér of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8963423 CV EXPL 21-1143
uitspraak: 19 maart 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de stichting
Stichting Woonplus Schiedam,
gevestigd te Schiedam,
eiseres,
gemachtigde: [naam gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. E.R. Butin Bik.
Partijen worden hierna aangeduid als “Woonplus” en “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Woonplus heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning in de [adres] te Schiedam te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen tot ontruiming van de woning en tot betaling aan Woonplus van
€ 3.805,74 aan achterstallige huur tot en met december 2020, € 27,16 aan reeds verschenen rente en € 75,- aan buitengerechtelijke incassokosten, tezamen € 3.907,90, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.805,74 vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, alsmede € 641,18 per maand voor iedere maand dat [gedaagde] de beschikking houdt over het gehuurde na 1 januari 2021, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
1.2
[gedaagde] heeft op de eis geantwoord.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bij vervroeging bepaald op heden.

2..De beoordeling

2.1
[gedaagde] heeft de feiten waarop de vordering is gebaseerd niet betwist.
2.2
De vordering is op de wet gegrond en wordt dan ook toegewezen, een en ander voor zover hierna niet anders blijkt.
2.3
De hoogte van de betalingsachterstand rechtvaardigt ontbinding van de huurovereenkomst en veroordeling tot ontruiming van de woning. [gedaagde] heeft een afbetalingsregeling voorgesteld. Die regeling is door Woonplus aanvaard en wordt in het vonnis opgenomen.
2.4
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

3..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Woonplus te betalen € 3.805,74 aan achterstallige huur tot en met december 2020, € 27,16 aan reeds verschenen rente en € 75,- aan buitengerechtelijke incassokosten, tezamen € 3.907,90, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.805,74 vanaf 29 december 2020 tot aan de dag van algehele voldoening
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Woonplus vastgesteld op € 609,96 aan verschotten en € 498,- aan salaris voor de gemachtigde;
staat [gedaagde] toe om het totaal aan Woonplus verschuldigde bedrag, inclusief rente en kosten als voormeld naast de lopende huur, aan Woonplus te voldoen in maandelijkse termijnen van € 42,- voor het eerst uiterlijk op 1 april 2021 en vervolgens telkens uiterlijk op de eerste dag van iedere daarop volgende maand;
en bovendien, maar alléén voor het geval [gedaagde] deze betalingsverplichtingen niet behoorlijk nakomt:
bepaalt dat het ingevolge dit vonnis nog verschuldigde bedrag geheel ineens opeisbaar is;
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning in de [adres] te Schiedam met ingang van de dag nadat [gedaagde] ten aanzien van de nakoming van vorenbedoelde betalingsverplichtingen in verzuim is en veroordeelt [gedaagde] om de woning te ontruimen met alle personen en zaken die zich vanwege haar daar bevinden en de woning onder overgave van de sleutels ter beschikking van Woonplus te stellen;
veroordeelt [gedaagde] om aan Woonplus te betalen € 641,18 per maand met ingang van de maand januari 2021 tot en met de maand waarin de ontruiming plaatsvindt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
465