ECLI:NL:RBROT:2021:7140
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Einde arbeidsovereenkomst en toewijzing van loon en transitievergoeding in arbeidszaak
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 9 februari 2021 uitspraak gedaan in een arbeidszaak tussen een verzoeker en een verweerster, waarbij de verzoeker een verklaring voor recht heeft gevraagd dat de arbeidsovereenkomst met de verweerster per 1 december 2020 is geëindigd. De verweerster, die als huishoudelijke hulp voor de verzoeker werkte, heeft verweer gevoerd en aanspraak gemaakt op loon en transitievergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst op 5 oktober 2020 door de verzoeker is opgezegd, en dat dit rechtsgeldig was, omdat er geen opzegverbod was en de verzoeker in redelijkheid niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De kantonrechter heeft de verzoeker veroordeeld tot betaling van achterstallig loon en transitievergoeding aan de verweerster, evenals een bijdrage aan de advocaatkosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.