[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
1. de huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden;
2. [gedaagde] te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de bedrijfsruimte aan de [straatnaam] [huisnummer 1] - [huisnummer 10] , unit 406 en unit 209, te Vlaardingen geheel te ontruimen en met al het hare en de haren te verlaten en de sleutels ter beschikking van [eiser] te stellen met machtiging van [eiser] om, wanneer [gedaagde] daarmee binnen de gestelde termijn in gebreke mocht blijven, die ontruiming te doen uitvoeren door een gerechtsdeurwaarder, zo nodig met behulp van politie en/of justitie;
3. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] te betalen € 8.819,87 en voorts voor elke ingegane maand vanaf 1 oktober 2020 tot de dag dat de huurovereenkomst wordt ontbonden een bedrag van € 1.273,02 (nog te
verhogen met eventuele indexeringen);
4. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] ter zake van schadevergoeding te betalen € 1.273,02 per maand (eventueel te verhogen met indexeringen) vanaf de dag waarop de huurovereenkomst zal zijn ontbonden tot en met de ontruimingsdatum;
5. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] ter zake van schadevergoeding te betalen € 1.273,02 per maand (nog te verhogen met eventuele indexeringen) na de ontruiming tot aan de dag waarop [eiser] erin slaagt de bedrijfsruimte onder gelijkluidende voorwaarden aan een derde te verhuren, echter - voor zover de ontruimingsdatum daarvoor is gelegen - ten hoogste tot en met
28 februari 2021, zijnde de expiratiedatum van de huurovereenkomst;
6. [gedaagde] veroordelen om aan [eiser] te betalen de overeengekomen (boete-)rente ad 1% per maand met een minimum van € 300,00 per maand over de openstaande bedragen vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag dat de gehele vordering zal zijn voldaan;
7. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen het salaris van de gemachtigde van [eiser] ;
subsidiair, indien en voor het geval de vorderingen onder 1 en 2 niet worden toegewezen:
1. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] te betalen een bedrag ad € 500,00 ter zake het restant van de waarborgsom;
2. [gedaagde] te veroordelen om [eiser] te betalen € 8.819,87;
3. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] te betalen de rente ad 1 % per maand over de openstaande bedragen vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag dat de gehele vordering zal zijn voldaan;
4. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen het salaris van de gemachtigde van [eiser] .