Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 6 augustus 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 maart 2021 uitspraak gedaan in een incassoprocedure tussen DPG Online Services B.V. (eiseres) en Tale B.V. (gedaagde). DPG vorderde een bedrag van € 125,08 van Tale, dat voortkwam uit een onbetaalde factuur van € 724,79 voor een Intermediair Vacature, die op 10 februari 2020 was overeengekomen. DPG had Tale op 11 februari 2020 een factuur gestuurd met een betaaltermijn van 30 dagen. Na herhaaldelijke aanmaningen en inschakeling van een incassobureau, Plaggemars, heeft Tale uiteindelijk op 23 juni 2020 een betaling van € 724,79 gedaan, maar dit was niet voldoende om de openstaande kosten en rente te dekken.
De kantonrechter oordeelde dat Tale in verzuim was met de betaling en dat DPG recht had op vergoeding van de gemaakte incassokosten en de wettelijke handelsrente. De rechter wees de vordering van DPG toe, inclusief de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2020. Tale werd ook veroordeeld in de proceskosten, die door de rechter zijn vastgesteld op € 207,38 aan verschotten en € 72,- aan salaris voor de gemachtigde. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Tale onmiddellijk aan de veroordeling moet voldoen, ongeacht een eventuele hoger beroep.
De zaak benadrukt het belang van tijdige betaling van facturen en de gevolgen van verzuim, evenals de mogelijkheid voor crediteuren om incassokosten en rente te vorderen wanneer debiteuren niet aan hun betalingsverplichtingen voldoen.