Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 26 juni 2020, met producties 1 tot en met 5;
- de conclusie van antwoord, met productie 1;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 12 maart 2021, is een tussenvonnis uitgesproken in een huurgeschil tussen een besloten vennootschap (eiseres) en een gedaagde huurder. De huurovereenkomst betrof een woning en een horecaruimte, waarbij de huurovereenkomst voor de woning was aangegaan voor een periode van twee jaar, van 1 oktober 2018 tot en met 30 september 2020. De eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, omdat de gedaagde een huurachterstand had laten ontstaan van € 10.368,36 tot en met juni 2020. De gedaagde had geprobeerd de huurovereenkomst tussentijds op te zeggen, maar de eiseres betwistte dit, verwijzend naar de bepalingen in de huurovereenkomst die een tussentijdse opzegging uitsloten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan en dat er een huurachterstand is ontstaan. De eiseres heeft de gedaagde meerdere keren gesommeerd om tot betaling over te gaan, maar zonder resultaat. De kantonrechter heeft daarom behoefte aan nadere inlichtingen en heeft een mondelinge behandeling bepaald, die vanwege de coronamaatregelen via een beeld- en geluidverbinding zal plaatsvinden. Partijen zijn verzocht om hun e-mailadressen en verhinderdata op te geven, zodat de zitting kan worden ingepland.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de mondelinge behandeling zal plaatsvinden via Skype voor bedrijven, en dat partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten nader toe te lichten. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat alle relevante stukken tijdig moeten worden ingediend, zodat de zaak goed kan worden beoordeeld tijdens de zitting.