ECLI:NL:RBROT:2021:7129

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 juli 2021
Publicatiedatum
23 juli 2021
Zaaknummer
18.589
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de schuldsaneringsregeling na tekortkoming in sollicitatieverplichting

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 juli 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenares, die in 2018 was uitgesproken. De bewindvoerder had op 8 april 2021 verslag uitgebracht over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling, waarbij werd vastgesteld dat de schuldenares in verschillende periodes niet aan de sollicitatieverplichting had voldaan. Dit leidde tot een tekortkoming van vijftien maanden. De bewindvoerder stelde voor om de regeling te verlengen met dertien maanden, maar de rechtbank besloot uiteindelijk om de termijn met vijf maanden te verlengen, omdat de schuldenares gemotiveerd leek en inmiddels een tweede baan had.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
wijziging termijn schuldsaneringsregeling
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 19 juli 2021
Bij vonnis van deze rechtbank van 12 juli 2018 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[schuldenares],
[adres]
[woonplaats],
schuldenares,
bewindvoerder: K.F. Petridis.

1..De procedure

De bewindvoerder heeft op 8 april 2021 schriftelijk verslag uitgebracht over de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Op 5 juli 2021 heeft de bewindvoerder de rechtbank bericht omtrent de laatste stand van zaken.
De beëindiging is behandeld ter terechtzitting van 12 juli 2021. Schuldenares en haar beschermingsbewindvoerder mevrouw C.C. Scheltens zijn verschenen. De waarnemend bewindvoerder de heer A. Noordzij, is telefonisch gehoord.
De uitspraak is bepaald op heden.

2..De standpunten

De bewindvoerder heeft in haar eindverslag de rechtbank te kennen gegeven dat schuldenares in de periodes augustus 2018 t/m december 2018, januari en februari 2019, april 2019 t/m september 2019, juli 2020 en oktober 2020 niet aanvullend heeft gesolliciteerd. Hierdoor is er een tekortkoming in de sollicitatieverplichting ontstaan van vijftien maanden. Daarnaast heeft schuldenares een geschatte boedelachterstand van
€ 285,95. Schuldenares dient verder nog een aantal stukken te overleggen. Op basis van deze tekortkomingen komt schuldenares naar het oordeel van de bewindvoerder niet in aanmerking voor een schone lei.
De bewindvoerder heeft in haar brief van 5 juli 2021 de rechtbank te kennen gegeven dat er thans sprake is van een geschatte boedelvoorstand van € 917,37 door teveel afgedragen inkomsten boven het vrij te laten bedrag.
Ter zitting heeft de bewindvoerder aangevoerd dat schuldenares tijdens de verhoren van 10 oktober 2019 en 10 augustus 2020 is gewezen op de aanvullende sollicitatieverplichting.
Tijdens deze verhoren zijn de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling uitgebreid besproken. De bewindvoerder stelt voor om geen consequenties te verbinden aan de tekortkoming in de sollicitatieverplichting van de maanden juli en oktober 2020 vanwege de maatregelen rondom de coronapandemie. De bewindvoerder adviseert de regeling te verlengen met de aantal maanden waarin niet aanvullend is gesolliciteerd, derhalve met dertien maanden.
Ter zitting heeft schuldenares verklaard dat zij in de periode augustus 2018 t/m december 2018 en januari 2019 t/m september 2019 wel aanvullend heeft gesolliciteerd. Schuldenares solliciteerde met haar mobiele telefoon. Zij kan de sollicitatiebewijzen niet overleggen, omdat zij de sollicitatiebewijzen niet heeft opgeslagen. De beschermingsbewindvoerder heeft hierbij toegelicht dat schuldenares geen computervaardigheden heeft en hulp nodig heeft bij het lezen en schrijven. Schuldenares heeft hierdoor hulp ingeschakeld van de Sociale Dienst, die haar begeleidt met solliciteren. Door de coronapandemie was de Sociale Dienst een periode gesloten, waardoor schuldenares in die periode geen begeleiding kreeg bij het solliciteren. Daarbij kon de beschermingsbewindvoerder schuldenares in deze periode ook niet begeleiden met solliciteren. Schuldenares verklaart dat zij haar best doet om aanvullend werk te verkrijgen. Zij is alleen in staat om telefonisch te solliciteren, hetgeen heeft geleid tot urenuitbreiding van in totaal 13 uur. Schuldenares werkt thans 26 uur per week, bij twee verschillende werkgevers. Daarnaast valt zij regelmatig in en verricht zij vakantiewerk.

3..De beoordeling

De schuldsaneringsregeling biedt een schuldenaar in een problematische schuldensituatie de mogelijkheid om na drie jaar een schone lei te verkrijgen. Dit betekent in de voorliggende regeling dat een groot deel van de schuld van € 43.979,89 niet langer opeisbaar is. Tegenover dit perspectief staat een aantal niet lichtvaardig op te vatten verplichtingen. Zo dient schuldenares gedurende de toepassing van de regeling onder meer de bewindvoerder gevraagd en ongevraagd te informeren, haar inkomen boven het vrij te laten bedrag af te dragen aan de boedelrekening en zich aantoonbaar tot het uiterste in te spannen om een fulltime dienstbetrekking te verkrijgen. Hiernaast mogen tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling geen nieuwe schulden ontstaan. Van schuldenares wordt een actieve houding verwacht bij het naleven van voornoemde verplichtingen. De rechtbank oordeelt dat schuldenares toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de sollicitatieverplichting en overweegt daartoe als volgt.
Schuldenares heeft gedurende een periode van vijftien maanden niet naar behoren aan de aanvullende sollicitatieverplichting voldaan. Dat de tekortkoming in de sollicitatieverplichting schuldenares niet te verwijten is, is onvoldoende aannemelijk geworden. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat schuldenares bij aanvang van de regeling, maar ook in elk geval na de verhoren van 10 oktober 2019 en 10 augustus 2020, van de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling goed op de hoogte moet zijn geweest.
Gelet op het verhandelde ter terechtzitting en de inhoud van het dossier ziet de rechtbank echter aanleiding schuldenares een laatste kans te bieden om de tekortkoming te herstellen en in aanmerking te komen voor verlening van de schone lei aan het einde van de schuldsaneringsregeling. Het gebrek in de sollicitatieverplichting heeft zich met name voorgedaan aan het begin van de regeling. Daarbij zijn de overige verplichtingen door schuldenares goed nagekomen.
Daarnaast heeft schuldenares uit eigen initiatief hulp ingeschakeld van de Sociale Dienst die haar begeleidt met solliciteren. Verder valt niet uit te sluiten dat schuldenares zich in de periode tot oktober 2019 wel daadwerkelijk heeft ingespannen voor aanvullende werkzaamheden, maar dat zij dat vanwege haar beperkte computervaardigheden niet op de juiste manier heeft gedaan. Schuldenares heeft inmiddels een tweede baan, waardoor zij
26 uur per week werkt. Uit de houding en verklaring van schuldenares ter terechtzitting blijkt dat zij gemotiveerd is en is geweest om aanvullend werk te verkrijgen. Gelet op al deze omstandigheden zal de rechtbank de termijn, gedurende welke de schuldsaneringsregeling van toepassing is, voor een korte duur verlengen en wel met vijf maanden. Schuldenares heeft hier ter terechtzitting mee ingestemd.
De rechtbank wijst schuldenares er met nadruk op dat zij zich, om de verlening van de schone lei niet in gevaar te brengen, stipt aan haar uit de regeling voortvloeiende verplichtingen moet (blijven) houden.
Gedurende de verlenging blijven alle verplichtingen onverminderd van kracht. Benadrukt wordt dat op grond van de wet (artikel 295 Faillissementswet) ook vermogensbestanddelen die schuldenares tijdens de verlenging verkrijgt in de boedel vallen.
Gelet op het voorgaande zal als volgt worden beslist.

4..De beslissing

De rechtbank:
- wijzigt de termijn van de schuldsaneringsregeling, in die zin dat deze drie jaar en vijf maanden bedraagt en daarmee eindigt op 12 december 2021;
- bepaalt dat gedurende de verlenging alle uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen onverkort van kracht blijven.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Aukema, rechter, en in aanwezigheid van mr. A.A. Dadzie, griffier, in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2021. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.