Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- mevrouw [naam 2] , partner van verzoekster;
2.Het verzoek
3.Het verweer
4.De beoordeling
5.De beslissing
mr. N.A. Masrom, griffier, in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2021. [1]
Rechtbank Rotterdam
Op 22 juli 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een schuldenaar, een dwangakkoord heeft aangevraagd. Verzoeker had op 1 juni 2021 een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, samen met een voorstel voor een schuldregeling aan zijn schuldeisers. Dit voorstel hield in dat hij 2,79% zou betalen aan de preferente schuldeisers en 1,02% aan de concurrente schuldeisers, met een totale schuldenlast van € 123.287,71. De Volksbank, als enige schuldeiser, weigerde echter in te stemmen met deze regeling, ondanks dat zeven van de acht schuldeisers akkoord gingen.
Tijdens de zitting op 15 juli 2021 werd de Volksbank niet vertegenwoordigd, hoewel zij wel opgeroepen was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeboden regeling goed gedocumenteerd was en dat verzoeker, die fulltime als chauffeur werkt, aan zijn verplichtingen voldoet. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de partner van verzoeker geen inkomen heeft, maar dat dit niet voldoende reden was voor de Volksbank om haar instemming te weigeren.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de belangen van verzoeker en de andere schuldeisers zwaarder wegen dan die van de Volksbank. Daarom heeft de rechtbank de Volksbank bevolen in te stemmen met de schuldregeling en haar veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot. Tevens is het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat er nu een gedwongen schuldregeling is afgekondigd die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers.