ECLI:NL:RBROT:2021:7101
Rechtbank Rotterdam
- Verschoning
- E. Rabbie
- M.G.L. de Vette
- N. Doorduijn
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning van rechters in strafzaken met staatsgeheiminformatie
Op 22 juli 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan op een verzoek tot verschoning van de rechters mr. M.K. Asscheman-Versluis, mr. V.M. de Winkel en mr. B.E. Dijkers in de strafzaken van het Openbaar Ministerie. De rechters verzochten om verschoning omdat zij kennis hadden gekregen van een ongeschoonde versie van een artikel 126uba-machtiging van de rechter-commissaris, die informatie bevatte over een Frans staatsgeheim. Het Openbaar Ministerie stelde dat deze ongeschoonde versie geen deel uitmaakte van de processtukken en dat de rechters meer kennis hadden dan de zaaksofficieren en de verdediging, wat de onpartijdigheid van de rechters in gevaar zou kunnen brengen.
De rechtbank oordeelde dat de rechters, door kennis te nemen van de ongeschoonde versie, in een situatie verkeerden die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakte. De rechtbank benadrukte dat verschoning een middel is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen en dat de rechters zelf het verzoek tot verschoning hadden ingediend. Gezien de omstandigheden werd het verzoek tot verschoning toegewezen.
De beslissing werd genomen zonder mondelinge behandeling, omdat het horen van de verdachten en hun raadslieden niet noodzakelijk werd geacht voor de beoordeling van het verzoek. De rechtbank concludeerde dat de rechters zich mochten verschonen van de verdere behandeling van de strafzaken, die gezamenlijk bekendstaan als de mega-zaak '26Sartell'.