Op 25 juni 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beschikking gegeven over de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren op [geboortedatum cliënt], die verblijft in Stichting Lelie Zorggroep te Rotterdam. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het CIZ op 22 juni 2021, na een last tot inbewaringstelling door de burgemeester van Krimpen aan den IJssel op 21 juni 2021. De cliënt vertoont ernstige psychogeriatrische symptomen, waaronder dementie, en er is een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel vastgesteld, wat de noodzaak voor de voortzetting van de inbewaringstelling onderbouwt.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn zowel de cliënt als haar advocaat, mr. H. Vrijhof, en een specialist ouderengeneeskunde gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat is tot zelfzorg en dat haar steunsysteem overbelast is. Er zijn ernstige risico's voor de cliënt en haar omgeving, waaronder lichamelijk letsel en brandgevaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder ingrijpende alternatieven zijn en dat de noodzakelijke zorg alleen op de psychogeriatrische afdeling kan worden geboden.
De rechtbank verleent de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling tot en met 6 augustus 2021 en wijst het meer of anders verzochte af. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van Kuilenburg en schriftelijk uitgewerkt op 16 juli 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.