ECLI:NL:RBROT:2021:7064

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 juni 2021
Publicatiedatum
22 juli 2021
Zaaknummer
C/10/620802 / FA RK 21-4808
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 juni 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om de voortzetting van de op 23 juni 2021 opgelegde crisismaatregel voor betrokkene, die thans verblijft in Antes te Poortugaal. Tijdens de mondelinge behandeling, die via beeld- en geluidverbinding plaatsvond, zijn zowel betrokkene als zijn advocaat en een psychiater gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene en anderen, als gevolg van zijn psychische toestand en gedrag. Betrokkene vertoonde tijdens de opname en de behandeling ernstig ontregeld gedrag, wat leidde tot de conclusie dat een langere opname noodzakelijk was. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier tot verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, toegewezen. De rechtbank heeft het verweer van de advocaat van betrokkene, die pleitte voor afwijzing van het verzoek op basis van vrijwilligheid, verworpen. De rechtbank oordeelde dat betrokkene geen ziektebesef heeft en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 16 juli 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/620802 / FA RK 21-4808
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 juni 2021 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] , gemeente [gemeente] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. H. Vrijhof te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 juni 2021, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 23 juni 2021 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 23 juni 2021;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 23 juni 2021;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens van betrokkene; en
  • het bericht dat er geen strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 juni 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat; en
  • [naam psychiater 2] , psychiater, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade, ernstige psychische schade voor anderen, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
Voorafgaand aan de opname kwam betrokkene vaak geagiteerd bij zijn huisarts. Betrokkene heeft in zijn thuissituatie gescholden, geschreeuwd en met voorwerpen gegooid. De partner van betrokkene heeft hulp ingeschakeld nadat de situatie thuis escaleerde. Hierop is betrokkene opgenomen met een crisismaatregel. Bij opname was betrokkene luid hoorbaar op de gang en met assistentie van zeven hulpverleners onderzocht door de onafhankelijke psychiater. Tijdens het onderzoek vertoonde betrokkene een dysfore stemming waarbij hij geagiteerd, ontremd en zeer onrustig gedrag vertoonde door te schreeuwen en te schelden. Verder was betrokkene niet te volgen in zijn verhaal. Betrokkene is sinds zijn opname op 23 juni jl. gesepareerd. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de psychiater dat betrokkene vanuit zijn psychotische toestandsbeeld opdrachten krijgt welke voor betrokkene erg belangrijk zijn. Het toestandsbeeld van betrokkene is nog niet gestabiliseerd waardoor het te vroeg is om met ontslag te gaan. Betrokkene is onvoorspelbaar door affectlabiliteit. Hij vertoont op momenten nog verbaal agressief gedrag en neemt veelal een dreigende houding aan. Er wordt met betrokkene toegewerkt naar mobilisatie naar een open afdeling. Een langere opname is daarom noodzakelijk.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een manisch-psychotische ontregeling. Uit het dossier komt naar voren dat er mogelijk sprake is van harddrugsgebruik, maar dit is niet verder onderbouwd. Aangezien de psychotische klachten na een langere periode van abstinentie nog niet zijn verbleekt, wordt die oorzaak steeds minder waarschijnlijk.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid, gedurende de opname;
  • het insluiten, gedurende de opname ;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene, gedurende het insluiten; en
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding, het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, het onderzoek aan kleding of lichaam, het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen, het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd.
2.5.
Namens betrokkene bepleit de advocaat om afwijzing van het verzoek omdat betrokkene op vrijwillige basis wil verblijven in de instelling. De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit de stukken is gebleken dat betrokkene zich verzet tegen deze zorg. Betrokkene wil geen afspraken maken of in gesprek gaan met de behandelaren. Hij heeft geen ziektebesef en ziekte-inzicht. Ter zitting verklaart betrokkene naar huis te willen. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 16 juli 2021;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 25 juni 2021 mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg, rechter, in tegenwoordigheid van G. de Man, griffier, en op 16 juli 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.