Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
2..De feiten
3 maanden voor einde contract schriftelijk is opgezegd.
3..Het geschil
4..De beoordeling
- Deurwaarderskosten € 90,62
- Griffierecht € 240,-
- Salaris gemachtigde
- Totaal € 578,62
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft eiser, h.o.d.n. [naam bedrijf], een overeenkomst van opdracht gesloten met gedaagde, een vereniging, voor schoonmaakwerkzaamheden aan een appartementencomplex. Eiser heeft op 24 april 2020 een offerte uitgebracht, die door gedaagde op 4 mei 2020 is aanvaard. Eiser heeft werkzaamheden verricht, maar gedaagde heeft de overeenkomst op 25 augustus 2020 per e-mail opgezegd. Eiser vordert betaling van het resterende bedrag van de offerte en schadevergoeding wegens voortijdige beëindiging van de overeenkomst. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat de overeenkomst rechtsgeldig is opgezegd. De kantonrechter oordeelt dat de overeenkomst rechtsgeldig is tot stand gekomen en dat gedaagde de opzegtermijn niet in acht heeft genomen. De rechter wijst een deel van de vordering van eiser toe, maar oordeelt dat de schadevergoeding niet volledig kan worden toegewezen, omdat eiser geen recht heeft op het volledige loon na beëindiging van de overeenkomst. De rechter bepaalt dat gedaagde € 633,13 aan eiser moet betalen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De proceskosten worden ook aan gedaagde opgelegd.