In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 mei 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Capabel Onderwijs Groep B.V. en een gedaagde die in persoon procedeert. De eiseres, Capabel Onderwijs Groep B.V., heeft de gedaagde gedagvaard wegens het niet betalen van twee facturen van elk € 450,00, die betrekking hebben op een inschrijving voor de opleiding Verzorgende -IG. De gedaagde heeft de facturen niet voldaan en is door Capabel aangemaand tot betaling. De vordering van Capabel omvatte een totaalbedrag van € 846,33, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft de vordering erkend, maar gaf aan financiële problemen te hebben en slechts € 50,00 per maand te kunnen aflossen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de hoofdsom verschuldigd is, en dat de door de gedaagde gedane betaling van € 210,00 eerst in mindering strekt op de buitengerechtelijke kosten, daarna op de vervallen rente en pas daarna op de hoofdsom. De kantonrechter heeft de vordering van Capabel toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de proceskosten. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 846,33, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, en is ook veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Capabel, vastgesteld op € 615,22 aan verschotten en € 228,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van de gedaagde om openstaande schulden te voldoen en de gevolgen van het niet nakomen van betalingsverplichtingen, inclusief de toewijzing van incassokosten en wettelijke rente.