ECLI:NL:RBROT:2021:6975
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de schuldsaneringsregeling met toepassing van de hardheidsclausule
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 juli 2021 uitspraak gedaan over een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door de verzoeker. De verzoeker verkeert in een situatie waarin hij heeft opgehouden te betalen, en er is onvoldoende grond gebleken voor afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker niet te goeder trouw is geweest met betrekking tot het ontstaan van zijn schulden, met name de schulden aan het CJIB en de Belastingdienst. Ondanks het ontbreken van goede trouw, heeft de rechtbank geoordeeld dat de verzoeker zijn omstandigheden onder controle heeft gekregen door budgetbeheer, waardoor zijn schulden beheersbaar zijn geworden. De rechtbank heeft de verzoeker toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, waarbij mr. B.A. Cnossen is benoemd tot rechter-commissaris. De rechtbank heeft ook een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder toegekend en de bewindvoerder belast met het openen van aan de schuldenaar gerichte correspondentie. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. C. de Jong, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Timmermans, griffier.