Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het impliciet primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het impliciet subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals verwoord in het reclasseringsrapport van 19 mei 2021.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
- meldplicht bij de reclassering; en
- begeleid wonen of maatschappelijke opvang.
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden;
1 (één) maandniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 jaar;
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde zich binnen 3 dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres] , [postcode] [plaats] ( [telefoonnummer] ). De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt, en zal medewerking verlenen aan een gedragsinterventie SOLO, of vergelijkbare training gericht op delictanalyse en gedragsalternatieven, indien en voor zover de reclassering dit nodig vindt;
verklaart verbeurd als bijkomende straf: 1 STK Mes;
€ 1.550,00 (zegge: vijftienhonderdvijftig euro),bestaande uit € 50,00 aan materiële schade en € 1.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 1.550,00(hoofdsom,
zegge: vijftienhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen;