Op 28 juni 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van [naam kind], geboren in 2005, betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd door de verstoorde relatie en onderlinge strijd tussen de ouders. De ouders zijn in een loyaliteitsconflict verwikkeld, wat leidt tot een onveilige situatie voor [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening voor zes maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij zowel de ouders als vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig waren.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van [naam kind] is dat zij in het gezinshuis blijft, waar zij momenteel goed functioneert en een goede band heeft met de gezinshuisouder. De ouders zijn niet in staat om samen te werken in het belang van [naam kind], wat haar ontwikkeling belemmert. De kinderrechter heeft de verzoeken van de Raad toegewezen en [naam kind] onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, locatie Dordrecht, van 28 juni 2021 tot 28 juni 2022. Tevens is een machtiging tot uithuisplaatsing verleend tot 28 december 2021. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.