In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 16 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en Allianz Benelux N.V. De eiser, die een autodiefstal claimde, kon na bewijslevering niet aantonen dat de diefstal daadwerkelijk had plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelde dat de verklaringen van de getuigen, waaronder de echtgenote en de broer van de eiser, onvoldoende bewijs boden voor de gestelde diefstal. De eiser had verklaard dat hij zijn auto op 28 februari 2018 had geparkeerd, maar er waren geen braaksporen aangetroffen en de technische gegevens wezen erop dat de auto na dat tijdstip nog was gebruikt. De kantonrechter concludeerde dat de eiser niet had bewezen dat er een verzekerd evenement had plaatsgevonden, waardoor zijn vorderingen tegen Allianz werden afgewezen. In reconventie werd de eiser veroordeeld tot terugbetaling van een eerder ontvangen bedrag van Allianz en werd Allianz toegestaan om de eiser opnieuw in haar interne registers te registreren. De proceskosten werden eveneens aan de eiser opgelegd.