Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 juni 2021 met producties 1 tot en met 9
- de mondelinge behandeling gehouden op 23 juni 2021
- de pleitnota van [naam gedaagde]
- de toevoeging van [naam gedaagde]
- de ter zitting door [naam eiser] overgelegde ongenummerde productie
- de aanhouding ten behoeve van het bereiken van overeenstemming tussen partijen, wat blijkens het bericht van mr. Verhoef van 29 juni 2021, dat in cc aan mr. Rhijnsburger is gestuurd, niet is gelukt. Vonnis is gevraagd.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
uitsluitend” gaat om dringende werkzaamheden als bedoeld in artikel 7:220 lid 1 BW, en dus niet om renovatiewerkzaamheden als bedoeld in lid 2 van dat artikel. Gelet op de inhoud van de rapporten die [naam eiser] als producties 2 en 3 bij dagvaarding heeft overgelegd (van Wieser’s Advies en BVL Bouwadvies), kan inderdaad worden aangenomen dat aan het Pand, waarin het Gehuurde zich bevindt, dringende werkzaamheden moeten worden verricht. Niet ter discussie staat dat het Pand in elk geval kampt met een ernstig funderingsprobleem en als gevolg daarvan is scheefgezakt. Aannemelijk is dat [naam eiser] die problemen niet zonder nadeel op hun beloop kan laten.
1.016,00