Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
2.De standpunten
3.De beoordeling
4.De beslissing
- stelt aan tot curator:
- geeft last aan de curator tot het openen van aan gefailleerde gerichte brieven en telegrammen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 maart 2021 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren is nagekomen. De bewindvoerder heeft op 17 februari 2021 verzocht om de regeling tussentijds te beëindigen, omdat de schuldenaar zijn nieuwe dienstverband niet had gemeld en zijn salaris op een leefgeldrekening had laten storten, wat in strijd was met de afspraken. Tijdens de zitting op 17 maart 2021 is de schuldenaar gehoord, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende zicht was op het inlopen van de boedelachterstand en de nieuwe schulden. De rechtbank heeft de schuldenaar eerder een kans gegeven om zijn tekortkomingen te herstellen, maar deze kans is niet benut. De rechtbank heeft daarom besloten de schuldsaneringsregeling te beëindigen op grond van artikel 350, derde lid sub c, d en e van de Faillissementswet. Tevens is er een curator aangesteld en is er een postblokkade ingesteld. De rechtbank heeft het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op maximaal € 4.351,63.