Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 3 juni 2021, met producties 1 tot en met 20,
- de aanvullende productie 21 van [naam eiseres],
- de producties 1 tot en met 5 van [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 2],
- de mondelinge behandeling, gehouden op 14 juni 2021,
- de schriftelijke toelichting van mw. Serrano.
2..De feiten
Bijlage 1)
€ 39.446.00 op de rekening van Stichting Derdengelden [naam gedaagde 1] gestort. [naam gedaagde 2] heeft aangegeven dat een bonus van 15% en de overeengekomen vaste prijs op het totaalbedrag in mindering diende te worden gebracht en dat het restant werd overgemaakt op een nader door [naam eiseres] aan te geven rekening.
€ 24.000,00 betwist. Volgens de broer van [naam eiseres] zijn in eerdere zaken nooit advocaatkosten ter sprake gekomen, omdat in die zaken toevoegingen waren verleend. Verder heeft hij aangegeven de overeengekomen prijs van € 1.500,00 exclusief btw te betalen na ontvangst van het volledig door de Belastingdienst betaalde bedrag.
3..Het geschil
4..De beoordeling
€ 24.000,00. Op die verrekening kon [naam eiseres] dan ook niet eerder reageren.