Op 8 juli 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het beïnvloeden van de verklaring van zijn echtgenote en het beledigen van een politieagent. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van beïnvloeding van de getuige, omdat de uitlatingen die hij had gedaan niet als dwingend konden worden opgevat en niet onder artikel 285a van het Wetboek van Strafrecht vallen. Echter, de rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan de belediging van de betrokken politieagent, die op 30 augustus 2019 in Rotterdam plaatsvond. De verdachte had de agent beledigd door hem kwetsende woorden toe te voegen, wat voldoende bewijs opleverde voor de bewezenverklaring van dit feit.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de belediging en het gebrek aan respect voor het openbaar gezag benadrukt. De verdachte had geen eerdere veroordelingen en de rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte bij het bepalen van de straf. Uiteindelijk is er een geldboete van € 500,- opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de oudste rechter niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.