Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Q-Park Operations Netherlands B.V.,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het niet betalen van parkeerkosten en een boete in verband met het zogenaamde 'treintje rijden'. De procedure begon met een dagvaarding op 25 februari 2021, gevolgd door een conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling op 7 juni 2021. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] op 3 oktober 2020 de parkeeraccommodatie heeft verlaten zonder een geldig parkeerticket, wat in strijd is met de algemene voorwaarden van Q-Park. Q-Park vorderde een bedrag van € 379,47, bestaande uit een tarief voor een verloren kaart en een schadevergoeding wegens de overtreding.
[gedaagde] heeft erkend dat hij zonder kaartje de parkeeraccommodatie heeft verlaten, maar voerde aan dat hij in paniek was en geprobeerd had contact op te nemen met Q-Park. De kantonrechter oordeelde echter dat [gedaagde] niet voldoende had gedaan om zijn verweer te onderbouwen. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van Q-Park beoordeeld en geconcludeerd dat de bedingen niet onredelijk bezwarend zijn. De vordering van Q-Park werd toegewezen, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten.