ECLI:NL:RBROT:2021:6498

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 juni 2021
Publicatiedatum
7 juli 2021
Zaaknummer
9231818
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over dringende werkzaamheden en renovatie in appartementencomplex

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 juni 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Havensteder en een gedaagde huurder. De Stichting Havensteder, vertegenwoordigd door mr. P.J. Remmelts, vorderde toestemming om dringende onderhouds- en renovatiewerkzaamheden uit te voeren aan een appartementencomplex waar de gedaagde huurder woont. De gedaagde was niet verschenen op de zitting, waardoor verstek werd verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een huurovereenkomst bestaat tussen Havensteder en de gedaagde, en dat meer dan 75% van de huurders akkoord is gegaan met de voorgenomen werkzaamheden. Havensteder heeft de gedaagde herhaaldelijk geïnformeerd over de werkzaamheden en de mogelijkheid om bezwaar te maken, maar de gedaagde heeft geen verweer gevoerd.

De kantonrechter oordeelde dat Havensteder een spoedeisend belang heeft bij de uitvoering van de werkzaamheden, aangezien deze niet zonder nadeel kunnen worden uitgesteld. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om de technische opname en asbestinventarisatie te gedogen, en in het geval van weigering, het gehuurde tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Havensteder toegewezen, en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De gedaagde werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die in totaal € 730,01 bedroegen, inclusief griffierecht en salaris voor de gemachtigde.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 9231818 \ VV EXPL 21-238
uitspraak: 3 juni 2021 (bij vervroeging)
vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de stichting
Stichting Havensteder,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. P.J. Remmelts te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.
Partijen worden hierna verder aangeduid als “Havensteder” en “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 25 mei 2021, met producties.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 2 juni 2021. Namens Havensteder is mevrouw [persoon A] (sociaal begeleider) verschenen, bijgestaan door de gemachtigde mr. P.J. Remmelts. [gedaagde] is niet verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is besproken.
1.3.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

In deze procedure wordt uitgegaan van de volgende feiten:
2.1.
Tussen Havensteder en [gedaagde] bestaat een huurovereenkomst met betrekking tot de woonruimte aan de [adres] te Rotterdam (hierna: ‘het gehuurde’). Het gehuurde maakt deel uit van een appartementencomplex.
2.2.
Havensteder wenst onderhouds- en renovatiewerkzaamheden uit te voeren in het complex. Havensteder heeft daartoe een voorstel aan de huurders in het complex voorgelegd.
2.3.
Bij brief van 7 september 2020 heeft Havensteder [gedaagde] medegedeeld dat inmiddels meer dan 75% van de huurders van het complex waarin het gehuurde is gelegen, akkoord is gegaan met de voorgenomen werkzaamheden en is [gedaagde] gewezen op de mogelijkheid binnen acht weken na ontvangst van de brief een bezwaar in te dienen bij de kantonrechter.
2.4.
Bij brief van 5 november 2020 heeft Havensteder aan [gedaagde] medegedeeld dat de bezwaartermijn van acht weken is verstreken en dat de werkzaamheden in het complex zullen worden uitgevoerd.

3..Het geschil

3.1.
Havensteder vordert in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] ertoe te veroordelen om te gedogen dat eiseres, dan wel een door eiseres in te schakelen derde, in gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam een technische opname en asbestinventarisatie uitvoert en de ramen en deuren inmeet;
II. in het geval [gedaagde] weigert om te gedogen dat Havensteder, dan wel een door Havensteder in te schakelen derde, in gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam een technische opname en asbestinventarisatie uitvoert en de ramen en deuren inmeet, [gedaagde] te veroordelen om het gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam binnen drie dagen na betekening van het vonnis tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen en verlaten, met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Havensteder zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Havensteder of een door haar in te schakelen derde, dit alles zolang dat noodzakelijk is om de technische opname en de asbestinventarisatie uit te voeren en de ramen en deuren in te meten;
III. [gedaagde] ertoe veroordelen om te gedogen dat Havensteder, dan wel een door Havensteder in te schakelen derde, de werkzaamheden genoemd in alineanummer 2 van de dagvaarding onder de letters a, b, c, i, j, k, 1, m, n, o, p en q uitvoert in en aan het gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam, te weten:
a. a) het vervangen van de kunststof kozijnen aan de balkonzijde;
b) het aanbrengen van een voering in de standleiding en in de leiding in de vloer;
c) het controleren en zo nodig vervangen van water- en elektraleidingen. Daarnaast worden er nieuwe waterleidingen aangelegd en bij keukens waar zich een geiser bevindt, wordt de
kraan vervangen;
i. i) het aanbrengen van extra isolatie in de gevels;
j) het isoleren van de plafonds van de bergingen;
k) het vervangen van een geiser of boiler door een afleverset van Eneco;
1) het vervangen van de oude radiatoren en leidingen en het aanbrengen van een extra radiator in de hal;
m) het verwijderen van de gasaansluiting in de keuken. In plaats hiervan krijgen de huurders een inductiekookplaat;
n) het vervangen van de huidige beglazing door beglazing van HR++glas;
o) het aanbrengen van een nieuwe geïsoleerde voordeur;
p) het aanbrengen van een nieuwe thermostaat;
q) het plaats van een individueel C02-gestuurd ventilatiesysteem;
IV. in het geval [gedaagde] weigert om te gedogen dat Havensteder, dan wel een door Havensteder in te schakelen derde, de werkzaamheden genoemd in alineanummer 2 van de dagvaarding onder de letters a, b, c, 1, j, k, 1, m, n, o, p en q uitvoert in en aan het gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam, [gedaagde] te veroordelen om het gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam binnen drie dagen na betekening van het vonnis tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen en verlaten, met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Havensteder zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Havensteder of een door haar in te schakelen derde, dit alles zo lang dat noodzakelijk is om de werkzaamheden genoemd in alineanummer 2 van deze dagvaarding onder de letters a, b, c, i, j, k, 1, m, n, o, p en q uit te voeren;
V. de beveltermijn van de sub 2 en 4 gevorderde tijdelijke ontruimingen op grond van artikel 555 in samenhang met 502 lid 1 Rv te verkorten van drie dagen naar 24 uur;
VI. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris en de verschotten van de gemachtigde van Havensteder.
3.2.
[gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering.

4..De beoordeling

4.1.
Uit de door Havensteder overgelegde originele dagvaarding is gebleken dat [gedaagde] correct voor de zitting is opgeroepen. Ook de overige bij wet voorgeschreven formaliteiten zijn in acht genomen, zodat verstek is verleend tegen [gedaagde] .
4.2.
Gelet op het feit dat Havensteder voornemens is vanaf 18 juni 2021 een aanvang te maken met de werkzaamheden in en aan het gehuurde, is voldoende gebleken dat Havensteder een spoedeisend belang heeft bij haar vordering.
4.3.
Voorop gesteld wordt dat in geval van verstek een vordering wordt toegewezen, tenzij de rechter de vordering onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
4.4.
In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van Havensteder in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd.
4.5.
Indien gedurende de huurtijd dringende werkzaamheden aan het gehuurde moeten worden uitgevoerd moet de huurder daartoe gelegenheid geven op grond van artikel 7:220 lid 1 BW. Dringende werkzaamheden zijn niet alleen reparaties, maar alle werkzaamheden die niet zonder nadeel kunnen worden uitgesteld. Daaronder vallen ook de in het kader van de werkzaamheden uit te voeren technische opname, de asbestinventarisatie en het inmeten van ramen en deuren. Ook moet de huurder op grond van artikel 7:220 lid 2 BW de verhuurder gelegenheid geven om over te gaan tot renovatie van het gehuurde als de verhuurder daartoe een redelijk voorstel doet. Aangezien Havensteder onweersproken heeft gesteld dat meer dan 75% van de huurders van het complex heeft ingestemd met de renovatieplannen en [gedaagde] geen beslissing van de kantonrechter heeft gevorderd over de redelijkheid van het voorstel van Havensteder, wordt dit voorstel vermoed een redelijk voorstel te zijn. [gedaagde] is dus gehouden om Havensteder in staat te stellen niet alleen de dringende werkzaamheden maar ook de renovatiewerkzaamheden uit te (laten) voeren.
4.6.
Havensteder heeft onweersproken gesteld dat voor de uitvoering van de werkzaamheden (gedeeltelijke en tijdelijke) ontruiming van de woning van [gedaagde] noodzakelijk is, indien en voor zover [gedaagde] weigert haar medewerking aan de technische opname, asbestinventarisatie en het inmeten van ramen en deuren alsmede de genoemde werkzaamheden te verlenen. Omdat vast staat dat Havensteder, ondanks diverse pogingen, geen contact met [gedaagde] heeft kunnen krijgen, is het gerechtvaardigd [gedaagde] te verplichten de technische opname, asbestinventarisatie, het inmeten van ramen en deuren en de werkzaamheden te gedogen. Voor het geval [gedaagde] geen medewerking verleent, zal zij worden veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde gedurende de werkzaamheden, voor zover ontruiming noodzakelijk is voor de uitvoering van deze werkzaamheden.
4.7.
Havensteder heeft gevorderd de beveltermijn ten aanzien van de gevorderde tijdelijke ontruimingen op grond van artikel 555 jo. 502 lid 1 Rv te verkorten van drie dagen naar 24 uur. Gelet op de datum waarop dit vonnis wordt gewezen en het feit dat met de werkzaamheden eerst vanaf 18 juni 2021 zal worden aangevangen, ziet de kantonrechter geen aanleiding de beveltermijn te verkorten, waarbij mede in aanmerking wordt genomen dat [gedaagde] voldoende gelegenheid moet worden geboden het gehuurde - voor zover noodzakelijk in het kader van de werkzaamheden - (gedeeltelijk) te ontruimen.
4.8.
Het bovenstaande leidt er toe dat Havensteder naar het oordeel van de kantonrechter
- met uitzondering van de gevorderde verkorting van de beveltermijn - voldoende belang heeft bij de door haar gevorderde ordemaatregelen, zodat deze zullen worden toegewezen.
4.9.
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Havensteder.

5..De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende in kort geding:
veroordeelt [gedaagde] om te gedogen dat Havensteder, dan wel een door Havensteder in te schakelen derde, in het gehuurde een technische opname en asbestinventarisatie uitvoert en de ramen en deuren inmeet;
veroordeelt [gedaagde] , voor zover zij weigert de uitvoering van de technische opname, de asbestinventarisatie en het inmeten van ramen en deuren te gedogen, het gehuurde binnen drie dagen na betekening van het vonnis tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen en verlaten, met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Havensteder zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Havensteder of een door haar in te schakelen derde, dit alles zolang dat noodzakelijk is om de technische opname, de asbestinventarisatie en het inmeten van ramen en deuren uit te voeren;
veroordeelt [gedaagde] om te gedogen dat Havensteder, dan wel een door Havensteder in te schakelen derde, de werkzaamheden genoemd in dit vonnis bij overweging 3.1 sub III onder de letters a, b, c, i, j, k, 1, m, n, o, p en q uitvoert in en aan het gehuurde;
veroordeelt [gedaagde] , voor zover zij weigert de uitvoering van de hiervoor genoemde werkzaamheden te gedogen, het gehuurde binnen drie dagen na betekening van het vonnis tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen en verlaten, met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Havensteder zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Havensteder of een door haar in te schakelen derde, dit alles zo lang dat noodzakelijk is om de werkzaamheden genoemd bij overweging 3.1 sub III onder de letters a, b, c, i, j, k, 1, m, n, o, p en q uit te voeren;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Havensteder vastgesteld op € 232,01 aan verschotten (waarvan € 126,00 aan griffierecht en
€ 106,01 aan dagvaardingskosten) en € 498,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44487