In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert de man schorsing van de executie van een eerder vonnis dat de ontruiming van de woning gelastte. De man en de vrouw zijn voormalige echtgenoten en gezamenlijk eigenaar van de woning in Capelle aan den IJssel. De vrouw heeft eerder een kort geding aangespannen om de ontruiming van de woning te vorderen, wat resulteerde in een vonnis dat de ontruiming per 1 april 2020 zou plaatsvinden, mits de man het aandeel van de vrouw in de woning niet zou overnemen. De man heeft echter geen stappen ondernomen om dit te realiseren en beroept zich nu op een noodtoestand en misbruik van recht door de vrouw. De voorzieningenrechter oordeelt dat de man onvoldoende feiten heeft aangedragen die wijzen op een juridische of feitelijke misslag in het eerdere vonnis. De vrouw heeft het recht om de ontruiming door te zetten, aangezien de man niet heeft voldaan aan de voorwaarden die hem in staat hadden gesteld om de ontruiming te voorkomen. De vorderingen van de man worden afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.