Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juni 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres,
de minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Bevinding(en):
Neem een monster van een aangemaakt ontsmettingsmiddel. Indien mogelijk niet via de spuitlans in het monstermateriaal, maar een monster uit de tank, rugspuit scheppen.” In deze werkinstructie staat dus niet dat het niet is toegestaan om een monster uit de spuitlans te nemen. Daarnaast heeft verweerder in het verweerschrift toegelicht dat het in bepaalde situaties zelfs de voorkeur verdient om een monster uit de spuitlans te nemen. Bij eiseres is sprake van een grote bufferbak die wordt gevoed met water en desinfectiemiddel en de spuitlans is via leidingen daarmee verbonden. Verweerder heeft onbetwist gesteld dat bij eiseres sprake is van een grote afstand tussen die bak en de spuitlans en dat dit de concentratie van het middel kan beïnvloeden (bijvoorbeeld door vervuiling van leidingen) waardoor een verschil ontstaat tussen de concentratie van het middel in de waterbak en in de spuitlans. Gelet op deze toelichting en de werkinstructie valt niet in te zien dat het monster op een onjuiste plek is genomen. Juist de spuitlans is de plek waar het desinfectiemiddel een correcte dosering moet bevatten om de vrachtwagens afdoende te kunnen reinigen en ontsmetten. Nu niet is gebleken dat de monsterneming onjuist is uitgevoerd en niet in geschil is dat de concentratie van het middel in dit monster te laag was, heeft verweerder terecht vastgesteld dat eiseres de overtreding heeft begaan.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- herroept het primaire besluit;
- stelt de boete vast op € 750,-;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht van € 345,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.181,-.