Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Otolift Trapliften B.V.,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Otolift Trapliften B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor de betaling van een openstaand factuurbedrag van € 5.020,-, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst die op 18 oktober 2017 is gesloten tussen [gedaagde] en Tiptop Trapliften B.V., een dochteronderneming van Otolift, waarbij Tiptop een traplift zou plaatsen. Na de installatie van de traplift heeft Otolift een factuur verzonden, maar betaling bleef uit. Otolift heeft [gedaagde] meerdere keren aangemaand en geprobeerd een betalingsregeling te treffen, maar na een gedeeltelijke betaling van € 250,- is de regeling niet nagekomen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] de hoofdsom van € 4.450,- verschuldigd is aan Otolift, aangezien hij deze niet heeft betwist. De rechter heeft geoordeeld dat Otolift recht heeft op wettelijke rente vanaf 16 december 2017, omdat [gedaagde] in verzuim was. Wat betreft de gevorderde buitengerechtelijke kosten heeft de rechter geoordeeld dat Otolift onvoldoende bewijs heeft geleverd van de kosten, waardoor deze zijn afgewezen. De rechter heeft [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat [gedaagde] moet betalen aan Otolift, inclusief de wettelijke rente, en dat hij de proceskosten moet vergoeden. Dit vonnis is uitgesproken door mr. I.K. Rapmund op 5 februari 2021.