In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en een gedaagde over de koop van een auto. De eiseres had medio 2019 een Mercedes 190E 2.3 gekocht van de gedaagde voor € 1.000,-. Na aankoop ontstonden er twijfels over de conformiteit van de auto, waarbij de eiseres vermoedde dat de auto omgekat was. Dit vermoeden werd bevestigd door een rapport van de RDW, waarin werd vastgesteld dat het voertuigidentificatienummer niet overeenkwam met de gegevens in het kentekenbewijs. De eiseres vorderde ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding, omdat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die bij de koopovereenkomst hoorden.
De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van consumentenkoop en dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst. De rechter stelde vast dat de non-conformiteit zich binnen zes maanden na de koop had geopenbaard, wat het wettelijk vermoeden versterkte dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst voldeed. De gedaagde kon niet aantonen dat de non-conformiteit het gevolg was van omstandigheden na de aflevering. Daarom werd de koopovereenkomst ontbonden en werd de gedaagde veroordeeld tot schadevergoeding aan de eiseres.
De kantonrechter kende een bedrag van € 1.338,45 toe aan de eiseres, te vermeerderen met wettelijke rente. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde aan de veroordelingen moest voldoen, ook als hij in hoger beroep zou gaan.