ECLI:NL:RBROT:2021:6364

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 februari 2021
Publicatiedatum
2 juli 2021
Zaaknummer
8547281 CV EXPL 20-17099
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst wegens non-conformiteit van een omgekatte auto

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en een gedaagde over de koop van een auto. De eiseres had medio 2019 een Mercedes 190E 2.3 gekocht van de gedaagde voor € 1.000,-. Na aankoop ontstonden er twijfels over de conformiteit van de auto, waarbij de eiseres vermoedde dat de auto omgekat was. Dit vermoeden werd bevestigd door een rapport van de RDW, waarin werd vastgesteld dat het voertuigidentificatienummer niet overeenkwam met de gegevens in het kentekenbewijs. De eiseres vorderde ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding, omdat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die bij de koopovereenkomst hoorden.

De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van consumentenkoop en dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst. De rechter stelde vast dat de non-conformiteit zich binnen zes maanden na de koop had geopenbaard, wat het wettelijk vermoeden versterkte dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst voldeed. De gedaagde kon niet aantonen dat de non-conformiteit het gevolg was van omstandigheden na de aflevering. Daarom werd de koopovereenkomst ontbonden en werd de gedaagde veroordeeld tot schadevergoeding aan de eiseres.

De kantonrechter kende een bedrag van € 1.338,45 toe aan de eiseres, te vermeerderen met wettelijke rente. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde aan de veroordelingen moest voldoen, ook als hij in hoger beroep zou gaan.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8547281 CV EXPL 20-17099
uitspraak: 19 februari 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [woonplaats eiseres]
eiseres,
gemachtigde: [naam],
tegen
[gedaagde] handelend onder de naam [naam bedrijf],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
gemachtigde: mr. C.P. de Putter.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘[eiseres]’ en ‘[gedaagde]’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 11 mei 2020, met bijlagen;
de conclusie van antwoord;
de conclusie van repliek;
de conclusie van dupliek;
de rolbeslissing van 9 oktober 2020;
de akte van [eiseres] met bijlage;
de akte uitlating van [gedaagde].
Het vonnis is bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.1
[gedaagde] heeft medio 2019 een Mercedes 190E 2.3 met kenteken [kentekennummer] (hierna: ‘de auto’) aangeboden op internet. De auto had een APK die geldig was tot 20 mei 2020.
2.2
[eiseres] kocht op 15 september 2019 de auto telefonisch van [gedaagde] voor een bedrag van € 1.000,-. De auto is vervolgens op 5 oktober 2019 door [eiseres] opgehaald te Marum.
2.3
Tijdens het keuring-klaar (laten) maken van de auto op 20 maart 2020 ontstaat bij [eiseres] het vermoeden dat de auto omgekat is. Na mailcontact op bovenvermelde datum, schrijft [eiseres] op 24 maart 2020 onder meer het volgende aan [gedaagde]:
“[…]
Ik heb een Mercedes 190 E 2.3, met kenteken [kentekennummer], bij u gekocht. Het blijkt nu dat dit een omgekatte auto betreft. Met omgekatte auto wordt bedoeld dat over het originele chassisnummer een ander chassisnummer is geslagen Dit blijkt uit:
• Chassisnummer heeft sporen dat ermee geknoeid is.
• Chassisnummer heeft een ander lettertype.
• Carrosserie 1989/1990 terwijl de autopapieren stellen dat de auto van 1985 is.
• Motor is een 1.8 ipv 2.3 zoals gesteld werd op de advertentie. De autopapieren stellen dat het een 2.0 betreft.
[…]”
2.4
Omdat partijen er (zowel buitengerechtelijk als gerechtelijk) niet uitkwamen heeft [eiseres] de RDW verzocht een identiteitscheck uit te voeren en daar een rapport van op te stellen. In dit rapport staat – voor zover in deze procedure relevant – het volgende:
“[…]
In het kader van de aanvraag voor de afgifte van een kentekenbewijs heeft met betrekking tot het voertuig, waarin het volgende nummer is aangebracht: [VIN-nummer 1], op 17 September 2020 een nader onderzoek plaatsgevonden. Voor het voertuig heeft u het kentekenbewijs voor het kenteken [kentekennummer] overgelegd.
Het resultaat van het nader onderzoek is dat het voertuigidentificatienummer (hierna VIN) van het voertuig niet overeenkomt met de gegevens in het kentekenbewijs. In dat kentekenbewijs is het volgende VIN opgenomen: [VIN-nummer 1]. Het onderzochte voertuig heeft als oorspronkelijk - door de fabrikant aangebracht - VIN: [VIN-nummer 2]. De datum van eerste toelating (hierna DET) van dit voertuig is 14 Januari 1989.

3..Het geschil

3.1
[eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de koopovereenkomst primair te vernietigen, subsidiair te ontbinden, en [gedaagde] te veroordelen tot terugbetaling van het bedrag van € 2.363,46 te vermeerderen met € 75,- per maand voor de stalling en de wettelijke rente vanaf 5 mei 2020 aan [eiseres];
II. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2
[eiseres] legt aan zijn vordering tot vernietiging dan wel ontbinding ten grondslag dat hij heeft gedwaald, omdat de aangekochte auto niet conform de koopovereenkomst van 15 september 2019 is. [gedaagde] is aansprakelijk voor alle schade voortvloeiend uit de vernietiging dan wel de ontbinding van de overeenkomst. Het betreft vooralsnog de volgende kosten:
Koopprijs auto € 1.000,-
Reparatiekosten € 750,01
Stallingskosten € 525,-
Overschrijvingskosten € 10,-
Vervoerskosten € 70,-
Aangetekende brief € 8,45
Totaal € 2.363,46
3.3
[gedaagde] heeft de vordering betwist. Op het verweer van [gedaagde] wordt hierna - voor zover van belang voor de uitkomst van de procedure - verder ingegaan.

4..De beoordeling

4.1
Om proceseconomische reden zal de kantonrechter eerst beoordelen of [eiseres] de bevoegdheid toekomt de koopovereenkomst te ontbinden.
4.2
Er is sprake van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 BW omdat [eiseres] een consument is die de auto heeft gekocht van [gedaagde] die handelt in het kader van zijn bedrijf. De auto dient te beantwoorden aan de overeenkomst. Dat betekent dat de auto die eigenschappen moest bezitten die [eiseres] ervan mocht verwachten, namelijk de eigenschappen die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn. [eiseres] heeft, onder andere door middel van het rapport van de RDW, voldoende aangetoond dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst. Er is namelijk sprake van een omgekatte auto die op een niet rechtsgeldige wijze is voorzien van een aan een andere auto toegekend voertuigidentificatienummer. [eiseres] heeft daarnaast aangetoond dat het gebrek zich heeft geopenbaard binnen zes maanden na sluiting van de overeenkomst. Hierdoor is er sprake van het wettelijk vermoeden dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. [1] [gedaagde] stelt weliswaar dat de auto al op 15 september 2019 is geleverd, omdat [eiseres] op die dag in staat is gesteld de auto op te halen, maar de kantonrechter gaat aan deze stelling voorbij. Het enkele feit dat [gedaagde] [eiseres] medegedeeld heeft dat hij vanaf die dag de auto kon ophalen, is onvoldoende om te kunnen spreken van een levering. Hiervoor is op zijn minst vereist dat de sleutels van de auto overhandigd worden.
Omdat de non-conformiteit zich binnen zes maanden heeft geopenbaard, rust op [gedaagde] de stelplicht dat de non-conformiteit het gevolg is van of zijn oorsprong vindt in een omstandigheid die zich na de aflevering van het goed heeft voorgedaan. [gedaagde] heeft dit weliswaar gesteld, maar in het geheel niet onderbouwd. Hierdoor heeft hij niet aan zijn stelplicht voldaan, zodat de kantonrechter aan zijn stelling voorbij gaat.
4.3
Omdat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordde, herstel en vervanging naar de aard van de non-conformiteit onmogelijk zijn en de non-conformiteit van dermate betekenis is dat het ontbinding en haar gevolgen rechtvaardigt, beschikte [eiseres] over de bevoegdheid om de koopovereenkomst te ontbinden. De koopovereenkomst zal dan ook worden ontbonden. [2]
4.4
[eiseres] vordert tevens vergoeding van de schade die hij heeft geleden door ontbinding van de koopovereenkomst ter hoogte van € 4.038,35. [gedaagde] betwist de schade ten aanzien van de koopprijs voor een bedrag van € 1.000,-, de overschrijvingskosten voor een bedrag van € 10,‑, de vervoerskosten voor een bedrag van € 70,- en de aangetekende brief voor een bedrag van € 8,45 niet. Hierdoor zal in ieder geval een bedrag van € 1.088,45 worden toegewezen.
4.5
[gedaagde] betwist de reparatiekosten voor een bedrag van € 750,01 en voert aan dat deze kosten niet zijn gemaakt. Er is sprake van een pro-forma factuur, waardoor [eiseres] geen vermogensschade heeft geleden, wat als voorwaarde geldt om voor vergoeding in aanmerking te komen. Gelet op deze betwisting, lag het op de weg van [eiseres] om aan te tonen dat hij deze reparatiekosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Omdat hij dit niet heeft gedaan, zal de vordering ten aanzien van dit bedrag worden afgewezen.
4.6
[gedaagde] betwist dat de gevorderde stallingskosten voor toewijzing in aanmerking komen, aangezien er geen noodzaak voor stalling was. [eiseres] heeft hierop gesteld dat de deze kosten wel noodzakelijk (gemaakt) zijn omdat de auto geen APK heeft. De kantonrechter overweegt als volgt. Vast staat dat de auto over een geldige APK tot mei 2020 beschikte, zodat stalling over de periode oktober 2019 – mei 2020 niet noodzakelijk was. Ten aanzien van de periode vanaf mei 2020 was [eiseres], gelet op de niet APK-waardige staat van de auto en een gebrek aan een geldige APK, genoodzaakt om de auto te stallen. De gevorderde stallingskosten van € 75,- per maand zijn naar het oordeel van de kantonrechter echter niet redelijk. Gelet op de kostprijs van de auto zullen deze dan ook gematigd worden tot € 25,- per maand. De gevorderde stallingskosten tot en met februari 2021 zullen daarom worden toegewezen voor een bedrag van € 250,-. De kantonrechter gaat er vanuit dat er vanaf maart 2021 geen stallingskosten meer gemaakt hoeven worden door [eiseres], aangezien de auto, gelet op de ontbinding van de koopovereenkomst, teruggegeven zal moeten worden aan [gedaagde].
4.7
De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen, omdat daartegen geen nader verweer is gevoerd.
4.8
Samengevat zal de vordering van [eiseres] voor een bedrag van € 1.338,45 worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 1.088,45 vanaf 5 mei 2020.
4.9
Omdat de vordering tot ontbinding (inclusief vordering tot vergoeding van schade) op grond van het bovenstaande zal worden toegewezen, behoeft het door [eiseres] gedane beroep op dwaling geen verdere behandeling.
4.1
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
4.11
Dit vonnis wordt zoals [eiseres] vordert ‘uitvoerbaar bij voorraad’ verklaard. Dit betekent dat [gedaagde] aan de veroordelingen moeten, ook als in hoger beroep wordt gegaan tegen dit vonnis.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
ontbindt de onder 2.1. vermelde koopovereenkomst tussen [eiseres] en [gedaagde];
veroordeelt [gedaagde] aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 1.338,45, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over een bedrag van € 1.088,45 vanaf 5 mei 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op € 236,- aan griffierecht, € 87,99 aan dagvaardingskosten en € 360,- (2 punten x € 180,- per punt) aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44236

Voetnoten

1.Artikel 7:18 lid 2 BW; HvJ EU 4 juni 2015, C‑497/13 (Faber/Autobedrijf Hazet).
2.Artikel 7:22 lid 1 en 2 BW.