Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 februari 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Zoofy B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. De eiser, Zoofy B.V., heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die wordt aangeduid als '[gedaagde]', met betrekking tot een aantal aannemingsovereenkomsten. De procedure is gestart met een dagvaarding op 29 oktober 2020, gevolgd door een conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling op 12 januari 2021 via een beeldverbinding in het kader van de Tijdelijke wet COVID-19.
Zoofy B.V. biedt een platform aan voor het vinden van vakmannen en heeft in de periode van 1 juni 2019 tot 26 juli 2020 verschillende klusaanvragen ontvangen. De gedaagde heeft de vordering betwist en stelt dat hij niet de contractspartij is, maar dat de aanvragen zijn gedaan door een derde partij, '[naam 2]'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde gebruik heeft gemaakt van valse namen en gegevens bij de klusaanvragen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat Zoofy B.V. voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde de klusdiensten heeft aangevraagd en dat hij aansprakelijk is voor de betaling van de openstaande bedragen. De vordering van Zoofy B.V. is toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde moet voldoen aan de veroordelingen, ook als hij in hoger beroep gaat.