Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van voorarrest;
- niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde maatregel in de zaak met parketnummer 10/077111-19.
4..Waardering van het bewijs
.
enig geldbedragen fietssleutels die geheel aan een ander toebehoorden, te weten aan [naam winkel 2] en/of [naam aangever 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak ;
diegeheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam salon] en/of [naam aangever 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak ;
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
- Contant geld kassa totaal € 750,=;
- Belettering ruit € 398,= (exclusief BTW).
9..Vordering tenuitvoerlegging
10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.. Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
€ 181,70 (zegge: honderdeenentachtig euro en zeventig cent), aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 16 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 181,70(hoofdsom
zegge: honderdeenentachtig euro en zeventig cent) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 juli 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 181,70niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
3 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 3.337,= (zegge: drieduizend driehonderdenzevenendertig euro), aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 3] te betalen
€ 3.337,=(hoofdsom,
zegge: drieduizend driehonderdenzevenendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 3.337,=niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
43 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;