In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 juni 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan de minderjarige [naam kind]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind], geboren in 2007, sinds 6 oktober 2020 verblijft bij Horizon te Harreveld binnen de gesloten jeugdhulp. De moeder oefent het ouderlijk gezag uit, maar is pedagogisch onmachtig in de opvoeding van [naam kind]. De kinderrechter heeft eerder al bepaald dat [naam kind] toe is aan een vervolgplek, maar door wachtlijsten en financieringsproblemen is er nog geen passende plek beschikbaar. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een periode van drie maanden, omdat [naam kind] ernstige gedragsproblemen vertoont en er geen alternatieven zijn voor zijn verblijf.
Tijdens de zitting is de minderjarige [naam kind] gehoord, evenals zijn moeder en een vertegenwoordiger van de GI. De advocaat van [naam kind] heeft betoogd dat het verzoek van de GI afgewezen moet worden, omdat [naam kind] de dupe is van het gebrek aan beschikbare vervolgplekken. De kinderrechter heeft echter geconcludeerd dat het in het belang van [naam kind] is om de machtiging te verlenen, zodat hij de noodzakelijke hulpverlening kan blijven ontvangen. De kinderrechter heeft benadrukt dat het verlengen van de machtiging niet kan blijven voortduren zonder dat er een geschikte vervolgplek is gevonden. De beslissing om de machtiging te verlenen is genomen om te waarborgen dat [naam kind] een stabiele woonomgeving heeft en de benodigde zorg krijgt.
De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 27 juni 2021 tot 27 september 2021. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 5 juli 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.