ECLI:NL:RBROT:2021:6304

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 juni 2021
Publicatiedatum
2 juli 2021
Zaaknummer
C/10/618436 / JE RK 21-1280
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige met ernstige gedragsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 juni 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan de minderjarige [naam kind]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind], geboren in 2007, sinds 6 oktober 2020 verblijft bij Horizon te Harreveld binnen de gesloten jeugdhulp. De moeder oefent het ouderlijk gezag uit, maar is pedagogisch onmachtig in de opvoeding van [naam kind]. De kinderrechter heeft eerder al bepaald dat [naam kind] toe is aan een vervolgplek, maar door wachtlijsten en financieringsproblemen is er nog geen passende plek beschikbaar. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een periode van drie maanden, omdat [naam kind] ernstige gedragsproblemen vertoont en er geen alternatieven zijn voor zijn verblijf.

Tijdens de zitting is de minderjarige [naam kind] gehoord, evenals zijn moeder en een vertegenwoordiger van de GI. De advocaat van [naam kind] heeft betoogd dat het verzoek van de GI afgewezen moet worden, omdat [naam kind] de dupe is van het gebrek aan beschikbare vervolgplekken. De kinderrechter heeft echter geconcludeerd dat het in het belang van [naam kind] is om de machtiging te verlenen, zodat hij de noodzakelijke hulpverlening kan blijven ontvangen. De kinderrechter heeft benadrukt dat het verlengen van de machtiging niet kan blijven voortduren zonder dat er een geschikte vervolgplek is gevonden. De beslissing om de machtiging te verlenen is genomen om te waarborgen dat [naam kind] een stabiele woonomgeving heeft en de benodigde zorg krijgt.

De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 27 juni 2021 tot 27 september 2021. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 5 juli 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/618436 / JE RK 21-1280
datum uitspraak: 22 juni 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2007 te [geboorteplaats kind],
hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder], hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder].

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoek met bijlagen van de GI van 12 mei 2021, ingekomen bij de griffie op
12 mei 2021;
- een bericht van de GI van 16 juni 2021 met als bijlage een instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper van 16 juni 2021, ingekomen bij de griffie op
16 juni 2021.
Op 22 juni 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [naam kind], die ook apart is gesproken, bijgestaan door mr. C.P. Timmers,
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, te weten [naam ].

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] verblijft bij Horizon te Harreveld.
Bij beschikking van 7 september 2020 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot verlengd tot 20 september 2021 en is de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verlengd tot 20 september 2021.
Bij beschikking van 2 maart 2021 is een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [naam kind] verleend met ingang van 27 maart 2021 tot 27 mei 2021 en de behandeling van de zaak voor het overige aangehouden.

Het verzoek en het standpunt van de GI

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
De GI heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt nader toegelicht.
[naam kind] is toe aan een plaatsing op een vervolgplek. Er is echter vanwege de wachtlijsten en het gebrek aan financiering nog geen passende plek voor hem gevonden. Momenteel staat [naam kind] op de wachtlijst voor een plaatsing bij Horizon Rijnhove op de groep Merel en bij Horizon te Harreveld op de groep Prisma. Het is echter onduidelijk wanneer [naam kind] daadwerkelijk kan worden geplaatst. Ook is gedacht aan een plaatsing bij Prokino te Rotterdam. Dit is echter een tweemilieuvoorziening, en dat is nog een te grote stap voor [naam kind] is. Een plaatsing op een overbruggingsgroep, zoals door [naam kind] ter zitting naar voren is gebracht, houdt in een crisisgroep en zo’n groep is ook niet passend voor hem. Een volgende groep moet voor [naam kind] een vooruitgang zijn, aansluiten op de uitkomsten van het psychologisch onderzoek en een plek zijn waar hij passende therapieën zal krijgen.

Het standpunt van belanghebbenden

Namens de minderjarige [naam kind] heeft zijn advocaat ter zitting het volgende naar voren gebracht.
Dat er [naam kind] op het Centraal Station in het gezelschap is geweest van iemand die een mes op zak bleek te hebben, kan niet aan [naam kind] worden verweten. Daar komt bij dat de kinderrechter al eerder heeft bepaald dat [naam kind] toe is aan een vervolgplek. Hij is echter de dupe van de situatie dat er nog steeds geen passende vervolgplek voor hem beschikbaar is. Daarom kan niet anders dan bepleit worden om het verzoek van de GI af te wijzen. Dit zal een thuisplaatsing van [naam kind] tot gevolg hebben. Het is echter de vraag of dat wenselijk is.
In aanvulling op het betoog van zijn advocaat heeft [naam kind] het volgende verklaard.
Een terugplaatsing bij de moeder is momenteel nog een te grote stap en een plaatsing op een open groep duurt te lang. Als hij een lange periode binnen de gesloten jeugdhulp blijft, zal hij door andere jongeren worden meegetrokken in onwenselijk gedrag. Daarom vraagt hij zich af of een plaatsing op een overbruggingsgroep mogelijk is zodat hij zich verder kan ontwikkelen en toe kan werken naar een terugplaatsing bij de moeder.
De moeder heeft ter zitting verklaard dat
[naam kind] er nog niet aan toe is om weer thuis te wonen. Hij is nog onvoldoende weerbaar en heeft nog moeite om de juiste keuzes te maken. De moeder betreurt het dat [naam kind] in Harreveld verblijft omdat het zo ver weg is. Deze plek biedt hem echter de stabiliteit en begeleiding die hij nodig heeft. Het is echter niet in het belang van [naam kind] om hem te vaak over te plaatsen. Het is in zijn belang dat [naam kind] binnen een redelijke termijn naar een open groep gaat en dat deze stap een blijvende verandering bij hem veroorzaakt.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] vanwege zijn ernstige gedragsproblemen sinds 6 oktober 2020 bij Horizon te Harreveld binnen de gesloten jeugdhulp verblijft. De moeder is pedagogisch onmachtig in de opvoeding van [naam kind].
Bij beschikkingen van 2 maart 2021 en 26 april 2021 heeft de kinderrechter overwogen dat [naam kind] vanwege de voortdurende positieve ontwikkeling vanuit de geslotenheid kan toewerken naar een plaatsing in een meer open setting. Op dat moment was er echter nog geen passende vervolgplek voor hem beschikbaar. In de afgelopen maanden heeft [naam kind] stapsgewijs een verdere positieve ontwikkeling doorgemaakt. Daarom is de jeugdbeschermer nog steeds op zoek naar een passende vervolgplek voor [naam kind]. Deze zoektocht wordt echter bemoeilijk door beperkte plekken, wachtlijsten en financieringsproblemen. Een vervolgplek voor [naam kind] aan specifieke eisen moet voldoen in verband met zijn sociaal-emotioneel ontwikkelingsachterstand en zijn verdere kind-eigenproblematiek. Hij is gebaat bij een plaatsing binnen een driemilieuvoorziening en hij heeft nog steeds behandeling nodig, zoals specialistische psychologische behandeling gericht op traumaverwerking. Vervolgplekken die dit kunnen bieden zijn helaas schaars. Door deze omstandigheden is nog steeds geen vervolgplek voor [naam kind] beschikbaar.
De kinderrechter houdt rekening met de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 16 juni 2021, waarin is geadviseerd dat het in het belang van [naam kind] is dat hij vanuit de geslotenheid stapsgewijs toe zal werken naar een meer open setting, zoals een besloten groep als een tussenstap. [naam kind] is immers vanwege de complexe problematiek nog steeds in hoge mate afhankelijk van de binnen de gesloten jeugdhulp geboden structuur, sturing, begrenzing en consequente aanpak. Er moet echter wel voor gewaakt worden om niet te veel overplaatsingen te laten plaatsvinden nu [naam kind] veel moeite heeft om vertrouwen in zijn omgeving op te bouwen, aldus de gedragswetenschapper
Uit het voorgaande volgt dat het niet verlengen van de gesloten machtiging geen optie is, nu er geen alternatieven zijn. Terugplaatsing bij de moeder is in ieder geval niet aan de orde. Daarmee wordt [naam kind] de dupe van het gebrek aan geschikte open jeugdzorginstellingen, de daaruit voortkomende wachtlijstproblematiek en de financieringssystematiek die één van de mogelijke vervolgplekken onmogelijk heeft gemaakt. De kinderrechter kan op dit moment in het belang van [naam kind] niet anders dan het verzoek toewijzen, om te verzekeren dat hij ook de komende maanden een stabiele woonomgeving heeft en de noodzakelijke hulpverlening krijgt. De kinderrechter benadrukt dat, mede gezien de beschikkingen van 2 maart 2021 en 26 april 2010, het verlengen van de gesloten machtiging wegens het ontbreken van een geschikte vervolgplek niet kan blijven voortduren. Een nieuwe verlenging zal dan in beginsel ook niet worden verleend, zodat er voor het aflopen van de nieuwe termijn een vervolgplek moet zijn gevonden.. Daarbij ligt het op de weg van de GI om alles in het werk te blijven stellen om op een zo kort mogelijke termijn een passende vervolgplek voor [naam kind] te vinden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarige [naam kind] met ingang van 27 juni 2021 tot 27 september 2021.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2021 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van der Aa als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 5 juli 2021
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.