ECLI:NL:RBROT:2021:6232

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 mei 2021
Publicatiedatum
30 juni 2021
Zaaknummer
C/10/617598 / FA RK 21-3303
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot psychische stoornis en somatische problematiek

Op 10 mei 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een psychotische stoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Dit werd onderbouwd door recente incidenten, waaronder een val uit het raam, waardoor de betrokkene ernstige somatische verwondingen heeft opgelopen.

Tijdens de mondelinge behandeling is vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, aangezien de betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht heeft en geen motivatie toont voor behandeling. De rechtbank heeft de verzoeken van de advocaat om de zorgmachtiging af te wijzen verworpen, en geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft ook de specifieke vormen van verplichte zorg vastgesteld die noodzakelijk zijn, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 25 mei 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/617598 / FA RK 21-3303
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 10 mei 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats berokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Poortmolen te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. S.E.M. Hooijman te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 28 april 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 23 april 2021;
  • de niet-ondertekende zorgkaart van 1 april 2021;
  • het niet-ondertekende zorgplan van 1 april 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan; en
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 mei 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat; en
  • [naam behandelaar] , behandelaar, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Recentelijk was betrokkene vanuit zijn psychose dusdanig onrustig en angstig dat hij uit het raam van de accommodatie is gesprongen. Hierdoor heeft betrokkene meerdere complexe en problematische fracturen en complicaties opgelopen. De somatische verwondingen waren dusdanig ernstig dat betrokkene een week opgenomen is geweest in het ziekenhuis. Inmiddels verblijft betrokkene weer in een accommodatie van Antes. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de behandelaar dat betrokkene nog herstellende is van de val uit het raam. Ook verklaart de behandelaar dat het psychotische toestandsbeeld van betrokkene moeilijk onder controle is te krijgen. Zo kan er soms nauwelijks contact worden gemaakt met betrokkene op momenten dat de psychose op de voorgrond staat. De behandelaren krijgen weinig inzicht in de belevingswereld van betrokkene. Verder verklaart de behandelaar dat betrokkene vanuit zijn psychose contact maakt met een vrouw die onzichtbaar is voor de behandelaren.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig. Het verweer van de advocaat dat betrokkene zonder machtiging naar huis kan, verwerpt de rechtbank. De schriftelijke gegevens en hetgeen ter zitting is besproken wijzen op het tegendeel.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft geen ziekte-inzicht waardoor hij geen motivatie heeft tot behandeling van zijn somatische verwondingen als gevolg van zijn val uit het raam. Ook meent betrokkene niet ziek te zijn en geen hulp nodig te hebben. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling met de aanwezige partijen besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van de somatische verwondingen en de revalidatie;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid, gedurende de opname;
  • het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, gedurende de opname;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen, gedurende de opname;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen; en
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding, het insluiten en het uitoefenen van toezicht op betrokkene, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz.
2.8.
Met betrekking tot de duur van de zorgmachtiging overweegt de rechtbank als volgt. Betrokkene heeft een zelfstandige woning. Lettend op de somatische problematiek is het echter nog onduidelijk of betrokkene in de toekomst ambulante zorg kan krijgen in zijn thuissituatie, omdat hij hiervoor meerdere trappen moet kunnen lopen. De zorgmachtiging zal daarom worden verleend, anders dan verzocht, voor de duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 november 2021;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 10 mei 2021 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van G. de Man, griffier, en op 25 mei 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.