Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1] ,
[naam eiser 2],
1..[naam gedaagde 1] ,
[naam gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 18 mei 2021 met producties 1 tot en met 10
- de toevoeging van [eisers 1] .
- producties 1 tot en met 11 van [gedaagden]
- de eis in reconventie met producties 12 tot en met 15
- de mondelinge behandeling gehouden op 26 mei 2021
- de pleitnota van [eisers 1] .
- de pleitnota van [gedaagden]
- het bericht van de advocaten van partijen van 31 mei 2021 waaruit volgt dat partijen (vooralsnog) geen mediationtraject zullen inslaan en vonnis wensen.
2..De feiten
[adres 1]). [eisers 1] . woont sinds 2007 aan de [adres 2] en is eigenaar van het perceel met woning, tuin en schuur [perceelnummer 2] (hierna:
[adres 2]).
de Erfdienstbaarheid) die [gedaagden] het recht geeft om te komen van en te gaan naar zijn garage over het ter plaatse gelegen pad van [adres 2] (hierna:
het Pad).
het Vonnis). De vordering in (voorwaardelijke) reconventie is afgewezen. In het Vonnis is in conventie, voor zover hier van belang, het volgende overwogen en beslist:
5..De beslissing
3..Het geschil in conventie
4..Het geschil in reconventie
5..De beoordeling in conventie en in reconventie
in conventie
eenzijdigte openen schuttingdelen. In verband daarmee is van belang dat artikel 5:48 BW bepaalt dat de eigenaar van een erf bevoegd is dit af te sluiten. Deze bevoegdheid bestaat ook ingeval het erf belast is met een erfdienstbaarheid van weg. Maakt de eigenaar van het dienend erf van die bevoegdheid gebruik, dan dient hij ervoor te zorgen dat de eigenaar van het heersend erf onbelemmerde toegang behoudt tot het dienend erf om de erfdienstbaarheid uit te oefenen. In de regel zal dit betekenen dat de eigenaar van het dienend erf de eigenaar van het heersend erf de mogelijkheid biedt zich op elk moment en zonder telkens afhankelijk te zijn van de directe medewerking van de eigenaar van het dienend erf, de toegang tot het erf te verschaffen ter uitoefening van de erfdienstbaarheid.
€ 1.016,00