ECLI:NL:RBROT:2021:6174
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake ontmanteling hennepkwekerij en verhalen kosten bestuursdwang
In deze bestuursrechtelijke zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar en verhuurder van een pand, en het college van burgemeester en wethouders van Schiedam. De zaak betreft de ontmanteling van een hennepkwekerij die op 20 februari 2019 door de gemeente is uitgevoerd, waarbij de kosten van € 1.515,68 op de eiser zijn verhaald. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente bevoegd was om spoedeisende bestuursdwang toe te passen. De kern van het geschil is of eiser als verhuurder kan worden aangemerkt als overtreder van de wetgeving inzake de hennepkwekerij, en of de kosten van de bestuursdwang op hem kunnen worden verhaald. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van de hennepkwekerij en dat hij zijn zorgplicht als verhuurder is nagekomen. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij redelijkerwijs niet op de hoogte had kunnen zijn van de hennepkwekerij, gezien de omstandigheden rondom de huurbetalingen en de controles die hij heeft uitgevoerd.
De rechtbank concludeert dat eiser tekort is geschoten in zijn zorgplicht en dat de kosten van de bestuursdwang terecht op hem zijn verhaald. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.