Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met producties, ontvangen door de griffie op 17 maart 2021;
- het verweerschrift, met producties, ontvangen door de griffie op 6 mei 2021;
- het faxbericht van mr. Korff van 5 mei 2021 met een aanvullende productie (bij productie 0);
- het faxbericht van mr. Van Waegeningh van 14 mei 2021 met aanvullende producties 59 tot en met 63;
- het faxbericht van mr. Korff van 15 mei 2021 met aanvullende producties (vijf aanvullingen op productie 0 en één aanvulling op productie 18);
- het faxbericht van mr. Korff van 16 mei 2021 met producties 93 tot en met 99;
- de aanvullende productie 100 van [verweerster], overgelegd tijdens de mondelinge behandeling;
- de pleitaantekeningen van mr. Van Waegeningh;
- de pleitnota van mr. Korff.
2..De feiten
11 juni 2020 op deze opmerkingen heeft gereageerd.
3..Het geschil
- de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:671b juncto artikel 7:669 lid 3 sub g BW;
- te bepalen dat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerster];
- te bepalen dat Erasmus MC geen transitievergoeding aan [verweerster] is verschuldigd;
- het einde van de arbeidsovereenkomst te bepalen op de kortst mogelijke termijn op grond van artikel 7:671b lid 8 sub b BW.
in geval de arbeidsovereenkomst niet wordt ontbonden:
- wijziging van de arbeidsovereenkomst/arbeidsvoorwaarden in de OiO-arbeidsovereenkomst, vanaf 1 november 2019, onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per dag;
- verlenging duur OiO-arbeidsovereenkomst voor de duur van 3 naar 4 jaar;
- behoud van haar huidige salaris;
1 november 2019 tot de datum van opeisbaarheid;
4..De beoordeling
Ik volg de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit. Ik raad jou aan dit ook te doen gezien het ook voor jou als begeleider geldt”,“
Jij gooit nu echt olie op het vuur”, “
De focus leg jij op verkeerde zaken”, “
Jij moet echt scherp krijgen wat hier het probleem is en de focus van het probleem niet verleggen anders ben ik genoodzaakt andere stappen te ondernemen”. De toon die [verweerster] in deze e-mail aanslaat is zeer scherp en minder passend in de verhouding tussen [verweerster], in haar positie van onderzoekster/ promovenda, en haar begeleiders.
Hi [verweerster], Ik las die opmerking ook en vind hem ook erg ongepast." is hiervoor onvoldoende. Uit deze e-mail kan immers niet worden afgeleid wat er is gezegd, of dit discriminerend is en zo ja, of Erasmus MC hier op passende wijze op heeft gereageerd.
Denk jij niet dat jij als begeleider deze cruciale informatie met de promovendus moest hebben gedeeld?”, “Informeer dit liever zelf bij [naam 4] want jij verschaft mij nu alweer tegenstrijdige informatie”,
“mijn ervaring met [naam 2] is dat hij zijn stappen waar hij steken als begeleider heeft laten vallen altijd en te allen tijde probeert te verdedigen”,“
Even goed blijven bij de feiten”, Als begeleider hoor je dit zelf ook te weten.[…] [naam 2] ziet niet het geheel en zeker niet de rode lijn en dat baart mij enorm zorgen”, “Mij moet [naam 2] met micro-managen omdat hij mijn tempo niet kan bijhouden” en “Maak je niet druk ik heb het scherp”.[naam 2] heeft [verweerster] te kennen gegeven dat hij haar reactie ongepast vindt, waarop [verweerster] dan weer antwoordt:
“Jammer om zo een onzekere kant van een begeleider te zien; de zelfverdediging spreekt voor zich.”.Door de manier waarop [verweerster] communiceert, verslechtert de verhouding tussen haar en haar begeleiders, in het bijzonder [naam 2], verder.
6 juni 2020 waarin zij voor zichzelf verbeterpunten ziet op het gebied van samenwerken, vertrouwen en communicatie. Deze verbeterpunten pakt zij niet op, in ieder geval in onvoldoende mate, zo blijkt uit het volgende.
[naam 2] wil hier graag op reageren, maar [verweerster] zegt dat het dan toch weer zelfverdediging wordt van [naam 2]”, “[verweerster] vraagt of [naam 2] een time out opgelegd kan krijgen”en “
[verweerster] vindt de leugens van [naam 2] onuitstaanbaar en vraagt nogmaals of zij een andere begeleider/copromotor kan krijgen.”. Uit dit gespreksverslag volgt dat [verweerster] zich blijft verzetten tegen de begeleiding van [naam 2], terwijl Erasmus MC haar eerder al duidelijk had gemaakt dat [naam 2] onlosmakelijk aan het traject is verbonden, en dat zij zich op ongepaste wijze tegen en over hem uitlaat. Ook kan uit het gespreksverslag worden afgeleid dat [verweerster] weinig zelfreflectie toont, aangezien zij aangeeft dat [naam 2] moet stoppen met ‘de e-mails’, terwijl het steeds [verweerster] is die zich in negatieve en disrespectvolle manier uitlaat in haar e-mails en meerdere begeleiders haar hebben geadviseerd meer persoonlijk te overleggen en minder per e-mail.
26 januari 2021 met [verweerster], [naam 2], [naam 3] en [naam 4]. [naam 3] uit in zijn e-mail van
14 februari 2021 zijn zorgen over de toekomstige samenwerking, gelet op de manier waarop [verweerster] de notulen had geschreven en ‘stafleden van zijn afdeling’ benadert.
5..De beslissing
€ 2.112,51 bruto;
€ 747,00);