Rechtbank Rotterdam
Parketnummer: 10.054922.21
Proces-verbaalvan de openbare terechtzitting van de politierechter in de rechtbank Rotterdam op
18 mei 2021.
Tegenwoordig als:
politierechter mr. R.A.F. Gerding,
officier van justitie mr. W. Noort,
griffier mr. J.J.H. Scholtens-Geeve.
De zaak tegen na te noemen verdachte wordt uitgeroepen.
De verdachte, op de terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de politierechter te zijn genaamd:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte].
De politierechter heeft door deze ondervraging de identiteit van de verdachte vastgesteld.
De politierechtervermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen zij zal horen en deelt haar mede dat zij niet tot antwoorden is verplicht.
De officier van justitiedraagt de zaak voor.
De politierechterdeelt mondeling mede de korte inhoud van de stukken van het voorbereidend onderzoek en alle overige stukken van onderzoek, voor zover van belang met het oog op enige door de politierechter te nemen beslissing.
De verdachteverklaart:
U houdt mij voor dat er een groot aantal hennepplanten is aangetroffen in mijn woning aan de [adres ] en dat er elektriciteit van [naam bedrijf] is gestolen om deze planten te kweken. Ik was inderdaad de huurder van de woning waar de planten zijn aangetroffen. Ik ben onder druk gezet om de planten in mijn huis aanwezig te hebben. Eerst wist ik daar niet van. Toen ik erachter kwam werd ik onder druk gezet. Ik weet niet goed hoe ik het moet uitleggen. Ik wilde naar de politie gaan, maar toen ben ik geschopt en geslagen. De blauwe plekken die de politie op mijn benen heeft gezien, zijn daar het bewijs van. Er werden nare dingen tegen mij gezegd. Zo zeiden ze dat ze me gingen afmaken als ik hun namen zou noemen.
U vraagt mij hoe ik in deze situatie ben gekomen. Ik had in september 2020 een eigen woning gekregen. Een vriend die ik toen had, haalde iemand in huis en die vriend heeft het georganiseerd. Eerst wist ik het niet. Later zag ik de bedrading. Ik heb de planten nooit gezien. Ik heb een keer de sloten veranderd, maar ze kwamen elke avond langs. Ik werd mishandeld, ik was opgelucht toen de politie kwam.
U vraagt mij naar mijn persoonlijke omstandigheden. Ik ben nu mijn huis kwijtgeraakt. Op dit moment woon ik hier en daar en slaap ik bij kennissen op de bank. Ik ben behoorlijk in de problemen gekomen. Ik werk als orderpicker bij de Gall en Gall en ik heb last van psychoses. Daar word ik nu voor behandeld.
De officier van justitiehoudt het requisitoir. Naar het oordeel van de officier van justitie is er wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte de haar tenlastegelegde feiten heeft begaan. Hij vordert dat de verdachte ter zake van de ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke taakstraf van 70 uren met een proeftijd van 2 jaren. Tevens vordert hij het opleggen van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, te weten: meldplicht bij reclassering, een ambulante behandeling door een zorgverlener te bepalen door de reclassering, begeleid wonen of maatschappelijke opvang in een instelling te bepalen door reclassering, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole door reclassering.
De officier van justitiemerkt ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij op:
Het schadebedrag dat benadeelde partij [naam bedrijf] heeft geleden, te weten een bedrag van €1872,26, volgt direct uit de strafbare feiten. Ik vorder dan ook toewijzing van dit bedrag en verzoek tevens de schadevergoedingsmaatregel en de wettelijke rente op te leggen
De verdachtewordt het recht gelaten het laatst te spreken. Zij verklaart:
Ik ben blij dat de politie erachter is gekomen en wil een nieuwe, betere start maken.
De politierechterverklaart het onderzoek gesloten en zegt terstond mondeling vonnis te zullen geven.
De politierechterspreekt het vonnis uit ter openbare terechtzitting.
Aantekening van het mondeling vonnis