Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van negentig dagen met aftrek van voorarrest, waarvan zesentachtig dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, alsmede een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van honderdtachtig uren, subsidiair negentig dagen vervangende hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 90 (negentig) dagen;
86 (zesentachtig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;
taakstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
90 (negentig) dagen;
€ 1.682,21 (zegge: zestienhonderdtweeëntachtig euro en éénentwintig cent), bestaande uit € 802,21 aan materiële schade en € 880,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 25 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde] te betalen
€ 1.628,21(hoofdsom,
zegge: zestienhonderdtweeëntachtig euro en éénentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
33 (drieëndertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;