ECLI:NL:RBROT:2021:597

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 januari 2021
Publicatiedatum
29 januari 2021
Zaaknummer
FT EA 17/1889
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de schuldsaneringsregeling en beoordeling van de boedelachterstand

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 januari 2021 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de verlenging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een boedelachterstand is, maar dat het inkomen van de schuldenaar onduidelijk is, waardoor niet kan worden vastgesteld hoe hoog deze achterstand is. De rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling met twaalf maanden verlengd, zodat de schuldenaar de gelegenheid krijgt om de nieuwe schuld bij de Belastingdienst van € 1.430,00 in te lopen en de ontbrekende informatie aan te leveren. De bewindvoerder heeft aangegeven dat er nog geen duidelijkheid is over het inkomen van de schuldenaar, en dat er een rapport is over de medische belastbaarheid van de schuldenaar, waaruit blijkt dat hij structurele functionele beperkingen heeft. De rechtbank heeft de inspanningsverplichting voor de schuldenaar niet van toepassing verklaard, maar de verplichting om geen nieuwe schulden te maken blijft wel van kracht. De rechtbank heeft ook bepaald dat de afdrachtverplichting beperkt is tot het bewindvoerderssalaris en dat de informatieverplichting beperkt is tot het verstrekken van de ontbrekende informatie en informatie over het inlopen van de nieuwe schuld. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
Wijziging van de termijn van de schuldsaneringsregeling
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 22 januari 2021
Bij vonnis van deze rechtbank van 27 oktober 2017 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[naam 1],
[adres]
[woonplaats] ,
schuldenaar,
bewindvoerder: J.M. Hoogland.

1.De procedure

De bewindvoerder heeft op 26 oktober 2020 schriftelijk verslag uitgebracht over de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Op 24 november 2020 heeft de bewindvoerder de rechtbank bericht omtrent de laatste stand van zaken.
De beëindiging is behandeld ter terechtzitting van 4 december 2020. De bewindvoerder, schuldenaar, zijn partner [naam 2] , de budgetbeheerder [naam 3] en mr. J.M. van der Linden, advocaat, zijn verschenen. Ter terechtzitting is de behandeling van de beëindiging aangehouden teneinde schuldenaar, de bewindvoerder en de advocaat in de gelegenheid te stellen nadere stukken in te dienen en daarop te reageren.
Op 6 januari 2021 heeft de bewindvoerder de rechtbank bericht omtrent de laatste stand van zaken.
Op 15 januari 2021 heeft de advocaat middels een faxbericht gereageerd op het schrijven van de bewindvoerder.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De standpunten

De bewindvoerder heeft in haar brief van 6 januari 2021 de rechtbank te kennen gegeven dat er vooralsnog geen duidelijkheid is omtrent het inkomen van schuldenaar. Hij zou met terugwerkende kracht recht hebben op een Werkloosheidsuitkering, echter zijn tot op heden geen stukken ontvangen. In het dossier ontbreekt de informatie over het inkomen vanaf november 2019, een specificatie van de gemeentebelasting 2020 en een specificatie van de kosten eigen bijdrage beschermingsbewind. Daarnaast is er een nieuwe schuld ontstaan bij de Belastingdienst van € 1.430,00.
De bewindvoerder kan de boedelstand niet correct vaststellen omdat er nog steeds geen duidelijkheid is omtrent het inkomen van schuldenaar. Ten aanzien van de sollicitatieplicht is er een rapport medisch belastbaarheidsonderzoek overgelegd, samen met een functionele mogelijkhedenlijst. Uit deze stukken blijkt dat er sprake is van ziekten of gebreken die leiden tot structurele functionele beperkingen van lichamelijke aard. De bewindvoerder verzoekt de rechter-commissaris de schuldenaar vrij te stellen van de sollicitatieplicht. De bewindvoerder stelt voor om de regeling met twee jaar te verlengen, omdat de boedelstand niet kan worden vastgesteld doordat er nog geen duidelijkheid is omtrent het inkomen van schuldenaar.
De advocaat heeft in zijn faxbericht gereageerd op het schrijven van de bewindvoerder. De advocaat stelt voor om de regeling met één jaar te verlengen teneinde de nieuwe schuld in te lopen. Daarnaast verzoekt de advocaat schuldenaar vrij te stellen van de sollicitatieverplichting. Verder verzoekt de advocaat schuldenaar geen reguliere boedelafdracht op te leggen tijdens de verlenging en schuldenaar alleen het salaris van de bewindvoerder op te leggen.

3.De beoordeling

Ten aanzien van de inspanningsverplichting wordt overwogen dat voldoende aannemelijk is geworden dat schuldenaar arbeidsongeschikt is. Op dit punt is van een tekortkoming dus geen sprake.
De rechtbank stelt overigens vast dat schuldenaar de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling niet naar behoren is nagekomen. Schuldenaar heeft immers een nieuwe schuld bij de Belastingdienst van € 1.430,00 laten ontstaan. Daarnaast heeft schuldenaar niet volledig voldaan aan zijn informatieverplichting, waardoor de boedelstand niet kan worden vastgesteld. +. Gelet op het verhandelde ter terechtzitting ziet de rechtbank aanleiding de termijn, gedurende welke de schuldsaneringsregeling van toepassing is, met twaalf maanden te verlengen. Gedurende die periode kan schuldenaar de nieuwe schuld inlossen en (zo spoedig mogelijk) alsnog de ontbrekende stukken aanleveren, zodat op zo kort mogelijke termijn kan worden vastgesteld of en in hoeverre sprake is van een boedelachterstand. Voor zover aan de orde dient schuldenaar althans zijn budgetbeheerder zodra de achterstand bekend is een plan van aanpak op te stellen ten aanzien van het inlossen van die achterstand en daarover met de bewindvoerder te overleggen. Waar nodig zal (opnieuw) moeten worden beoordeeld of de regeling (tussentijds) moet worden beëindigd met of zonder schone lei in verband met die achterstand.
Gedurende de verlenging zal schuldenaar slechts de minimale maandelijkse boedelbijdrage verschuldigd zijn. De informatieverplichting zal gedurende de verlenging beperkt zijn tot het verstrekken van de thans nog ontbrekende informatie en het verstrekken van informatie met betrekking tot de aflossing van de nieuwe schuld en (eventueel) het inlopen van de boedelachterstand. De verplichting om geen nieuwe schulden te maken zal onverkort van kracht zijn. De inspanningsverplichting zal evenwel niet van toepassing zijn.

4.De beslissing

De rechtbank:
- stelt de termijn gedurende welke de toepassing van de schuldsaneringsregeling van kracht is vast op vier jaar, ingaande op de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, derhalve tot 27 oktober 2021;
- bepaalt dat gedurende de verlenging:
o de afdrachtverplichting beperkt is tot betaling van het bewindvoerderssalaris en dat de afloscapaciteit voor het overige kan worden ingezet voor het inlopen van de nieuwe schuld (en eventueel de boedelachterstand);
o de informatieverplichting beperkt is tot het verstrekken van de ontbrekende informatie en van informatie met betrekking tot het inlopen van de nieuwe schuld (en eventueel het inlopen van de boedelachterstand);
o de verplichting om geen nieuwe schulden te maken onverkort van toepassing blijft;
o de inspanningsverplichting niet van toepassing is.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Damsteegt-Molier, rechter, en in aanwezigheid van
mr. A.A. Dadzie, griffier, in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2021. [1]
De griffier is buiten staat
dit vonnis mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.