Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden en een geldboete van 750 euro subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis;
- ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 (drie) jaren met aftrek van de eerder ingevorderde en ingehouden periode van het rijbewijs.
4..Ontvankelijkheid officier van justitie
5..Waardering van het bewijs
6..Strafbaarheid feiten
Overtreding van art. 6 WVW 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood;
en
Overtreding van art. 2.4.4. jo art. 8 van het Arbeidstijdenbesluit vervoer, meermalen gepleegd
7..Strafbaarheid verdachte
8..Motivering straf en maatregel
9..Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
rechtstreekseschade ten gevolge van het ongeval en om die reden dient hij voor dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard te worden.
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
4 (vier) jaren;
€ 15.000 (zegge: vijftienduizend euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 15.000 (zegge: vijftienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 15.000 (zegge: vijftienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 2.228,-,aan salaris voor de advocaat en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 1] , [naam benadeelde 2] en [naam benadeelde 3] te betalen
€ 45.000,-(hoofdsom,
zegge: vijfenveertigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 maart 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
260 dagen;