ECLI:NL:RBROT:2021:5922
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- mr. drs. J. van den Bos
- mr. A.M.H. Geerars
- mr. N. Doorduijn
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter in kort geding over zorgregeling voor minderjarig kind
In deze zaak heeft verzoekster op 1 april 2020 een mondelinge behandeling gehad in een kort geding over de nakoming van een zorgregeling voor haar minderjarig kind. Tijdens deze zitting heeft verzoekster de wraking van de rechter, mr. C. van Steenderen-Koornneef, aangevraagd. Dit eerste wrakingsverzoek is op 3 mei 2021 gedeeltelijk afgewezen, waarbij verzoekster niet-ontvankelijk werd verklaard in een deel van haar verzoek. De rechter heeft vervolgens op 11 mei 2021 uitspraak gedaan in het kort geding. Op 10 mei 2021 heeft verzoekster opnieuw wraking van de rechter verzocht, wat het tweede wrakingsverzoek is. De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de eerste wrakingsgrond een herhaling is van het eerdere verzoek, en dat de tweede wrakingsgrond, die betrekking heeft op een processuele beslissing van de rechter, niet voldoende onderbouwd is. De wrakingskamer heeft verzoekster daarom niet-ontvankelijk verklaard in beide wrakingsgronden, zonder behandeling ter zitting. De beslissing is openbaar uitgesproken op 11 mei 2021.