Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die zelf procedeert, met betrekking tot een zorgverzekeringsovereenkomst. De gedaagde is volgens Zilveren Kruis in gebreke gebleven met de betaling van de verschuldigde premies. De procedure begon met een dagvaarding op 25 februari 2021, gevolgd door een tussenvonnis op 29 maart 2021 waarin een mondelinge behandeling werd bepaald. Deze behandeling vond plaats op 4 mei 2021 via een beeldverbinding, maar de gedaagde verscheen niet. De kantonrechter heeft op 11 juni 2021 vonnis gewezen.
Zilveren Kruis vorderde een bedrag van € 174,42, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag, en vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde betwistte de vordering door te stellen dat er geen achterstand was, omdat de premies automatisch werden geïncasseerd. Ook stelde hij dat hij geen aanmaning had ontvangen en dat hij op een ander adres woonde dan vermeld door Zilveren Kruis.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn verweer. De rechter concludeerde dat de vordering van Zilveren Kruis toewijsbaar was, omdat de gedaagde niet had aangetoond dat hij aan zijn betalingsverplichtingen had voldaan. De gevorderde wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten werden eveneens toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.