Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 7 mei 2021, met producties;
- de producties van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling gehouden op 27 mei 2021;
- de pleitnota van [gedaagde] .
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
exceptio litis plurium consortium, kan alleen slagen indien sprake is van een processueel ondeelbare rechtsverhouding en het rechtens noodzakelijk is dat de beslissing ten aanzien van alle bij die rechtsverhouding betrokkenen in dezelfde zin luidt (vgl. HR 21 mei 1999, NJ 2000, 291). In dit geval is daarvan geen sprake. Anders dan in de door [gedaagde] aangehaalde zaken doet een veroordeling van [gedaagde] in dit kort geding op geen enkele wijze afbreuk aan enig recht van [persoon A] . [eiseres] is dan ook ontvankelijk in haar vordering.
1.016,00