ECLI:NL:RBROT:2021:578

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 januari 2021
Publicatiedatum
28 januari 2021
Zaaknummer
C/10/611007 / JE RK 21-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 januari 2021 een beschikking gegeven over een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die een machtiging vraagt om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te plaatsen voor de duur van drie maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, zijn ouders, de bijzondere curator en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren.

De feiten tonen aan dat [voornaam minderjarige] al langere tijd kampt met ernstige gedragsproblematiek, waaronder fysiek agressief gedrag. Hij verbleef eerder op een crisisopvang, maar door escalaties in zijn gedrag was de veiligheid van hemzelf en anderen niet langer gewaarborgd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de opneming in een gesloten accommodatie noodzakelijk is om verdere escalaties te voorkomen en om [voornaam minderjarige] de benodigde hulp en stabiliteit te bieden.

De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de periode van 12 januari 2021 tot 12 april 2021, met de verwachting dat er binnen deze periode een onderzoek naar de onderliggende problematiek van [voornaam minderjarige] zal plaatsvinden. De ouders zijn aangespoord om samen met de GI en de instelling te overleggen over de beste aanpak voor de toekomst van [voornaam minderjarige]. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, en is schriftelijk vastgesteld op 21 januari 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/611007 / JE RK 21-19
Datum uitspraak: 12 januari 2021

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

locatie Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2009 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. S.C. van Paridon, te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

Mw. [naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

Dhr. [naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader] ,
advocaat: mr. M.S. Krol, te Rotterdam,

mr. [naam bijzondere curator] ,

hierna te noemen: de bijzondere curator, kantoorhoudende te Rotterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beslissing van de kinderrechter in deze rechtbank van 6 januari 2021 en de daarin genoemde stukken;
- de verklaring d.d. 6 januari 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 11 januari 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 12 januari 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord op locatie Bergse Bos,
bijgestaan door mr. S.C. van Paridon;
- de moeder;
- de vader, bijgestaan door mr. M.S. Krol;
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] ;
- de bijzondere curator.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep van het Bergse Bos.
Bij beschikking van 18 november 2016 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 3 november 2021.
Bij beslissing van 6 januari 2021 is een spoedmachtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken. De beslissing voor het overig verzochte is aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er is sprake geweest van zeer ernstig fysiek agressief gedrag van [voornaam minderjarige] richting de groepsleiding op de crisisopvang. Dit was een herhaling van eerdere incidenten. Ook in de thuissituatie heeft [voornaam minderjarige] fysieke agressie laten zien. De groepsleiding had eerder aangegeven dat zij het lastig vond om [voornaam minderjarige] te begrenzen en aan te sturen. Er was echter geen ander alternatief beschikbaar voor [voornaam minderjarige] . De escalatie op 5 januari 2021 was dusdanig dat de veiligheid van [voornaam minderjarige] en de andere groepsgenoten niet langer gewaarborgd kon worden. [voornaam minderjarige] is daarom op een gesloten groep bij het Bergse Bos geplaatst. [voornaam minderjarige] kan op een open groep onvoldoende begrensd worden. Er moet gekeken worden wat de onderliggende problematiek is van zijn gedrag. Het is de bedoeling dat [voornaam minderjarige] binnen de geslotenheid duidelijkheid krijgt en zijn gedrag gestabiliseerd wordt en dat binnenkort een IQ-bepaling plaatsvindt en indien mogelijk verder diagnostisch onderzoek. Ook wordt gekeken of er een passende open groep beschikbaar is. Daarnaast moet gekeken worden wat de invloed van de ouders is op [voornaam minderjarige] en wat hebben zij nodig om aan te sluiten bij zijn behoeften. De vader heeft eerder niet meegewerkt aan onderzoeken bij Lucertis en Youz en wil alleen meewerken op zijn eigen voorwaarden. De GI vraagt zich af of [voornaam minderjarige] bij de vader voldoende begrensd zal worden.

Het standpunt van [voornaam minderjarige]

Namens [voornaam minderjarige] is ter zitting verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. [voornaam minderjarige] is een intelligente jongen van pas elf jaar oud. Hij weet wat hij moet doen om niet meer in geslotenheid te blijven. Hij heeft de wens om bij zijn vader te gaan wonen, omdat hij daar rust heeft. Hij wil rust en duidelijkheid. De komende weken moet onderzocht worden hoe de situatie bij de vader is en moet gekeken worden hoe [voornaam minderjarige] uit de geslotenheid gehaald kan worden. De advocaat stemt in met de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van vier weken, maar verzoekt om de machtiging gesloten jeugdhulp voor drie maanden af te wijzen.

De standpunten

De moeder is het eens met het verzoek van de GI. Er is sprake van agressieproblematiek bij [voornaam minderjarige] . De moeder kan hem thuis niet begrenzen. Het is belangrijk dat gekeken wordt hoe [voornaam minderjarige] het beste geholpen kan worden. [voornaam minderjarige] heeft rust, stabiliteit en behandeling nodig.
De vader heeft ter zitting verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI.
Ter zitting op 15 oktober 2020 heeft de rechter aangegeven dat de thuissituatie bij de vader onderzocht moet worden. Dit is de afgelopen maanden niet gebeurd. Ook heeft er geen persoonlijkheidsonderzoek (PO) bij [voornaam minderjarige] plaatsgevonden. De vader kan [voornaam minderjarige] rust en duidelijkheid bieden en wil voor [voornaam minderjarige] zorgen. Door de gedragswetenschapper wordt gezegd dat er geen alternatief voor handen is en [voornaam minderjarige] daarom gesloten geplaatst moet worden. Het alternatief is echter dat [voornaam minderjarige] bij de vader wordt geplaatst en dat ambulante spoedhulpverlening wordt ingezet. Ook laat [voornaam minderjarige] zich niet onttrekken of wordt hij niet onttrokken aan de hulpverlening. De vader is akkoord met de spoedmachtiging voor de duur van vier weken, maar verzoekt om de resterende drie maanden af te wijzen.
De bijzondere curator heeft ter zitting ingestemd met het verzoek van de GI. Het incident van [voornaam minderjarige] op de crisisgroep kwam niet geheel onverwachts. Op de zitting van 15 oktober 2020 is al gesproken over een PO, maar dit is nog steeds niet gerealiseerd. Het is een zorgelijke situatie. Tot op heden is de thuissituatie van de vader niet onderzocht. De komende periode moet gekeken worden of een plaatsing bij de vader een mogelijkheid is. De gesloten machtiging moet niet langer duren dan drie maanden.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is mede gelet op de verklaring van de gedragswetenschepper van oordeel dat hiervan sprake is.
Bij [voornaam minderjarige] is al langere tijd sprake van forse gedragsproblematiek. Vanwege meerdere escalaties in de thuissituatie, verbleef [voornaam minderjarige] ruim drie maanden op een crisisopvang. Ook op de crisisopvang heeft [voornaam minderjarige] herhaaldelijk fysiek agressief gedrag vertoond richting de groepsleiding en spullen. Op 5 januari 2021 is de situatie op de crisisopvang zodanig geëscaleerd, dat de veiligheid van [voornaam minderjarige] , de groepsleiding en de groepsgenoten niet langer kon worden gewaarborgd. Zowel de moeder als de crisisopvang konden [voornaam minderjarige] niet bieden wat hij nodig heeft. [voornaam minderjarige] is daarom op 6 januari 2021 op een gesloten groep van het Bergse Bos geplaatst. [voornaam minderjarige] heeft behoefte aan duidelijkheid en rust. Hij verkeert al langere tijd in onzekerheid over zijn vervolgplaatsing. Vanwege regelmatig voorkomende escalaties, waarbij [voornaam minderjarige] fysiek agressief gedrag vertoont, is het van belang dat [voornaam minderjarige] beschermd wordt tegen zichzelf. De kinderrechter is daarom van oordeel dat het in het belang van [voornaam minderjarige] is dat hij voorlopig bij het Bergse Bos verblijft. De kinderrechter zal een machtiging tot plaatsing in een gesloten accommodatie jeugdhulp verlenen voor de periode van drie maanden.
De komende periode dient door middel van een PO uitgezocht te worden waar het gedrag van [voornaam minderjarige] vandaan komt, zodat passende behandeling voor [voornaam minderjarige] kan worden ingezet en een passende plek voor hem kan worden gevonden. Daarnaast is het belangrijk dat gekeken wordt wat de ouders nodig hebben om [voornaam minderjarige] te bieden wat hij nodig heeft. De kinderrechter verwacht van beide ouders dat zij daarover het gesprek met de GI en het Bergse Bos aangaan. Indien er binnen de komende drie maanden een plek op een open groep beschikbaar en passend voor [voornaam minderjarige] is, dan verwacht de kinderrechter dat daarnaar toegewerkt zal worden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 12 januari 2021 tot 12 april 2021.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2021 door mr. G.M. Paling, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 21 januari 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.