ECLI:NL:RBROT:2021:5776

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 mei 2021
Publicatiedatum
22 juni 2021
Zaaknummer
C/10/616896 / FA RK 21-2980
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 mei 2021 een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan een recidiverende psychotische stoornis, passend bij schizofrenie. Betrokkene heeft aangegeven de benodigde zorg en opname vrijwillig te willen accepteren, maar uit de medische verklaring blijkt dat hij onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene weigert regelmatig de voorgeschreven medicatie en heeft in het verleden meerdere keren, tegen het advies van behandelaren in, met ontslag gegaan. De behandelaar heeft er onvoldoende vertrouwen in dat betrokkene de behandeling en opname vrijwillig zal accepteren. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende basis is voor een vrijwillige behandeling en dat een zorgmachtiging noodzakelijk is om het patroon van de afgelopen jaren te doorbreken en betrokkene goed te laten herstellen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstige psychische schade en verwaarlozing. Betrokkene heeft verontrustend gedrag vertoond, waaronder het neerlaten van een afscheidsbrief op het centraal station, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept. De rechtbank heeft de vormen van verplichte zorg die noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden, vastgesteld en deze zijn in overeenstemming met de medische verklaring en het zorgplan. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de uitspraak.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter N. Doorduijn en schriftelijk uitgewerkt door griffier M.M.P.H. van den Boomen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/616896 / FA RK 21-2980
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 3 mei 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende bij Antes, kliniek Rotterdam Alexander te Rotterdam,
advocaat mr. J. van Veelen-de Hoop te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 16 april 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 4 maart 2021;
  • een niet ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 25 februari 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz;
  • de relevante politiegegevens van betrokkene;
  • het bericht dat er geen relevante strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
Het verzoek van de officier om een zorgmachtiging is gelijktijdig behandeld met een verzoek van de officier tot verlenging van een crisismachtiging. In de bijlagen bij dat verzoek bevindt zich een recentere medische verklaring, te weten een verklaring van 26 april 2021.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 mei 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam psychiater 2] , psychiater, verbonden aan Antes.
1.4.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten recidiverende psychotische stoornis, passend bij schizofrenie.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene is bekend met diverse psychotische episoden, waarvoor hij meerdere malen is opgenomen. Betrokkene neemt al langere tijd zijn medicatie niet meer in, ondanks het dringende advies van de behandelaren. Betrokkene slaapt niet goed. Betrokkene kan, indien hij wordt aangesproken op zijn gedrag, verbaal agressief reageren. Tevens neemt de achterdocht en de desorganisatie toe. Betrokkene geeft weinig inzicht in zijn gedachtewereld, maar er bestaan aanwijzingen voor wanen. De zelfzorg van betrokkene vermindert indien de psychotische klachten toenemen. De behandelaren denken dat betrokkene het allemaal niet kan overzien en geven aan dat betrokkene de laatste tijd veranderd is. Indien betrokkene zich niet kan houden aan de regels van de locatie [naam locatie] , dan zou hij zijn huisvesting kunnen kwijt raken. Betrokkene heeft recent langere tijd in de sneeuw op blote voeten gelopen, waardoor hij flinke baren heeft ontwikkeld. In de tweede week van februari 2021 heeft betrokkene aangegeven dat hij opgenomen wilde worden. Hier werd duidelijk dat betrokkene zich al langere tijd niet had gedoucht en dat betrokkene bang voor zijn lichaam was. Eind februari 2021 is betrokkene tegen het advies in met ontslag gegaan. De behandelaren van [naam locatie] zien de klachten van betrokkene wederom verergeren. Op 26 april 2021 heeft de burgermeester van de gemeente Rotterdam een crisismaatregel voor betrokkene genomen. Betrokkene heeft op het centraal station een afscheidsbrief neergelegd, waarna het leek of hij voor de trein wilde springen. Betrokkene vertelde op zitting dat hij zich dit niet herinnert. Aan het begin van de opname deed betrokkene verwarde uitspraken over het afhakken van de penis van zijn zoon en nucleaire bommen. Kortom, het gaat op dit moment niet goed met betrokkene.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Betrokkene heeft aangegeven dat hij de benodigde zorg en de opname graag vrijwillig zou willen accepteren. Uit de medische verklaring blijkt echter dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Tevens weigert betrokkene regelmatig de voorgeschreven medicatie. In het verleden is betrokkene meerdere malen, tegen het advies van de behandelaren in, met ontslag gegaan. De behandelaar heeft er onvoldoende vertrouwen in dat betrokkene de behandeling en de opname vrijwillig zal accepteren. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende basis is voor een vrijwillige behandeling en dat de zorgmachtiging nodig is. Het is van belang dat het patroon van de afgelopen jaren doorbroken wordt zodat betrokkene goed kan herstellen. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
2.6.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het onderzoek aan kleding of lichaam;
  • het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten. Betrokkene moet ambulante behandelcontacten toestaan;
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet afdoende is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.46 kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 3 november 2021.
Deze beschikking is op 3 mei 2021 mondeling gegeven door mr. N. Doorduijn, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.P.H. van den Boomen, griffier, en op 7 mei 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.