ECLI:NL:RBROT:2021:5758

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 april 2021
Publicatiedatum
22 juni 2021
Zaaknummer
C/10/615882 / FA RK 21-2491
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van psychische stoornis en noodzaak tot verplichte zorg

Op 15 april 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de toewijzing van een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek psychotische decompensatie en schizofrenie. De officier van justitie had op 30 maart 2021 een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, na een eerdere machtiging die op 18 mei 2021 zou aflopen. Tijdens de mondelinge behandeling werd vastgesteld dat de betrokkene psychotisch decompenseert, stemmen hoort en last heeft van paranoïde gedachten en verwardheid. Dit leidde tot ernstige risico's voor zijn eigen veiligheid en die van anderen.

De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren, aangezien de betrokkene in het verleden zorgmijdend was en medicatie ontrouw. De rechtbank achtte verplichte zorg noodzakelijk en verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank bepaalde dat de verplichte zorg onder andere het toedienen van medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie kan omvatten, indien ambulante behandeling niet langer toereikend is. De rechtbank weigerde echter enkele door de officier verzochte maatregelen, zoals insluiting en toezicht, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht.

De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin en schriftelijk uitgewerkt op 21 april 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/615882 / FA RK 21-2491
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 15 april 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende bij Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. K. Lammers-Roselaar te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 30 maart 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 22 maart 2021;
  • een niet ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 24 maart 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene;
  • het bericht dat er geen relevante van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 april 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam psychiater 2] , psychiater, en
  • [naam psychiater 3] , psychiater, beiden verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van 18 november 2020 heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend tot en met 18 mei 2021. Op 30 maart 2021 heeft de officier een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten psychotische decompensatie, schizofrenie en het gebruik van cannabis.
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is al sinds 2008 bekend met de diagnose schizofrenie. Betrokkene is meerdere jaren dakloos geweest en is bekend met zelfverwaarlozing. Betrokkene heeft in het verleden delicten gepleegd waardoor hij is behandeld in de forensische psychiatrie. Indien betrokkene psychotisch decompenseert hoort betrokkene stemmen en is er tevens sprake van paranoïde, verwardheid en betrekkingsideeën. Momenteel is nog sprake van een psychotisch toestandsbeeld met grootheidsideeën en seksuele ontremming, waardoor betrokkene naar een gesloten afdeling is geplaats. Indien het toestandsbeeld stabiel is zal betrokkene terugkeren naar zijn woonplek.
2.4.
Om ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. In het verleden is betrokkene erg zorgmijdend en medicatie ontrouw geweest. Tijdens de mondelinge behandeling vertelt betrokkene dat hij de zorgmachtiging nodig vindt maar dan wel met een aantal aanpassingen omdat hij geen prikken meer wil. Gelet op het gehoorde tijdens de mondelinge behandeling is de rechtbank van oordeel dat verplichte zorg nodig is. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten. Betrokkene moet in de thuissituatie ambulante behandeling toestaan;
  • het opnemen in een accommodatie als de ambulante behandeling niet langer toereikend is.
De overige door de officier verzochte en toegelichte vormen van verplichte zorg, te weten het insluiten en het uitoefenen van toezicht op betrokkene worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen en wijst af de daar niet genoemde.
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 april 2022.
Deze beschikking is op 15 april 2021 mondeling gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.P.H. van den Boomen, griffier, en op 21 april 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.