Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Voorts vordert zij dat aan de verdachte de bijzondere voorwaarden worden opgelegd zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd.
4..Waardering van het bewijs
226,07gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 210 (tweehonderdtien) dagen;
110 (honderdtien) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;