In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 28 mei 2021 een vonnis gewezen in een geschil tussen bol.com B.V. en een gedaagde die in persoon procedeert. Bol.com, vertegenwoordigd door GGN Mastering Credit B.V., vorderde betaling van een bedrag dat volgens hen voortvloeit uit een overeenkomst die zou zijn gesloten met de gedaagde. De gedaagde betwistte echter dat er een overeenkomst tot stand was gekomen en stelde dat hij de bestellingen niet had geplaatst.
De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 22 januari 2021 de partijen in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van hun stellingen. Bol.com heeft aangevoerd dat zij e-mails naar de gedaagde heeft gestuurd over de bestelling en de incassoprocedure, maar dat de gedaagde hierop niet heeft gereageerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er nog onvoldoende bewijs is om een beslissing te nemen en heeft daarom besloten om een mondelinge behandeling te plannen. Tijdens deze behandeling kunnen beide partijen hun standpunten verder toelichten en aanvullende informatie verstrekken.
De kantonrechter heeft ook aangegeven dat partijen hun verhinderdata voor de komende maanden moeten opgeven en dat alle relevante stukken uiterlijk tien dagen voor de mondelinge behandeling moeten worden ingediend. De zaak is verwezen naar de beraadrol, waarbij verdere beslissingen in deze fase zijn aangehouden. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.C. van der Kolk tijdens een openbare zitting.