ECLI:NL:RBROT:2021:5630

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 mei 2021
Publicatiedatum
18 juni 2021
Zaaknummer
8868299 VZ VERZ 20-19198
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige inzake scheurvorming muren woning

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 18 mei 2021, is de kantonrechter ingegaan op een verzoek tot benoeming van een deskundige in een geschil over scheurvorming in de muren van woningen. De verzoekers, bestaande uit meerdere partijen, hebben een deskundigenonderzoek aangevraagd naar de oorzaak van de scheurvorming en de staat van de betrokken muren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn tegen de benoeming van de voorgestelde deskundige, die bereid is het onderzoek uit te voeren. De deskundige zal zich richten op verschillende vragen met betrekking tot de mandelige muur en de dragende tussenmuur van de betrokken panden. De kosten van het onderzoek zijn begroot op € 4.900,50, inclusief btw, en de verzoekers zijn verantwoordelijk voor het voorschot. De beschikking bevat ook richtlijnen voor de uitvoering van het onderzoek en de communicatie tussen partijen en de deskundige. De kantonrechter heeft de partijen erop gewezen dat zij schriftelijke opmerkingen aan de deskundige moeten doorgeven, met een afschrift aan de wederpartij. De deskundige moet zijn bevindingen uiterlijk op 1 oktober 2021 indienen, met een gespecificeerde opgave van de kosten. De beschikking is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8868299 VZ VERZ 20-19198
uitspraak: 18 mei 2021
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, inzake het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht
in de zaak van

1..[verzoeker 1] ,

gevestigd te [vestigingsplaats verzoeker] ,

2. [verzoeker 2] en [verzoeker 3] ,

wonende te [woonplaats verzoekers 2+3] ,

3. [verzoeker 4] ,

wonende te [woonplaats verzoeker 4] ,
verzoekers,
gemachtigde: mr. R. Smith,
tegen:
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats verweerder] ,
verweerder,
gemachtigde: mr. G.L. Court.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [verzoekers] ’ en ‘ [verweerder] ’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
• de tussenbeschikking van 16 maart 2021 en de daarin genoemde stukken;
• het faxbericht van de zijde van [verzoekers] , ingekomen ter griffie op 30 maart 2021;
• de akte van uitlating van de zijde van [verweerder] , ingekomen ter griffie op 9 april 2021.
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van de beschikking nader bepaald op heden.

2..De verdere beoordeling

2.1
In voormelde tussenbeschikking is overwogen dat de kantonrechter voornemens is [naam 1] , werkzaam bij [naam bedrijf] te [plaatsnaam] , als deskundige te benoemen. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit voornemen, alsmede op de aan de deskundige te stellen vragen en de kosten van de deskundige. Beide partijen hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de benoeming van voornoemde deskundige.
2.2
De te benoemen deskundige heeft verklaard in staat en bereid te zijn het onderzoek te verrichten en heeft te kennen gegeven geen binding met partijen te hebben en nog niet op de hoogte te zijn van het tussen partijen gerezen geschil. Voorts heeft hij desgevraagd verklaard geen contact te hebben gehad met de bewoners van de woning aan de [adres 1] of hun gemachtigde.
2.3
Mede in aanmerking genomen hetgeen partijen omtrent de aan de deskundige voor te leggen vragen naar voren hebben gebracht, zullen de in het dictum vermelde vragen aan de deskundige ter beantwoording worden voorgelegd.
2.4
Zoals in de tussenbeschikking overwogen heeft de deskundige de aan het onderzoek verbonden kosten begroot op € 4.900,50 inclusief btw. De deskundige dient zich voor zijn kosten te wenden tot de meest gerede partij, in casu [verzoekers] , van welke partij de deskundige een voorschot voor zijn werkzaamheden zal verlangen. [verzoekers] heeft aangegeven akkoord te zijn met het gevraagde voorschot.

3..De beslissing

De kantonrechter:
beveelt een deskundigenonderzoek ter beantwoording van de volgende vragen:
A.Vragen met betrekking tot de mandelige muur van [adres 2] en [adres 3]
  • Is sprake van een mandelige muur tussen de panden [adres 2] en [adres 3] ?
  • Zijn er redenen om te veronderstellen dat de staat van onderhoud van de fundering van deze muur voor aanvang van de werkzaamheden begin 2018 gebreken vertoonde?
  • Kan de deskundige een indicatie geven wanneer de scheurvorming in deze muur, zoals zichtbaar in pand [adres 2] , moet zijn ontstaan?
  • Heeft de deskundige de als productie 11 bij het verzoekschrift in het geding gebrachte foto’s gezien en deze beoordeeld in relatie tot de situatie ten tijde van het onderzoek? Heeft de deskundige geconstateerd of de scheuren erger zijn geworden in die periode?
  • Kan de scheurvorming een andere oorzaak hebben dan de door [verweerder] verrichte werkzaamheden? Zo ja, is aan te geven wat de scheurvorming heeft veroorzaakt?
B. Vragen met betrekking tot de dragende tussenmuur van [adres 3]
  • Mede gelet op de blauwdruk van dit pand uit juni van het jaar 1899 zoals opgenomen in het rapport van Bouwcentrum Rotterdam: op welke diepte bevindt zich de kesp onder deze dragende tussenmuur?
  • Wat is de dikte van de dragende tussenmuur van [adres 3] , inclusief raaplaag en pleisterlaag?
  • Zijn er doorbraken in deze muur gemaakt? Zo ja, welke doorbraken zijn in deze dragende tussenmuur gemaakt, wat zijn de afmetingen van deze doorbraken en waar zijn deze doorbraken precies gepositioneerd?
  • Is de doorbraak verricht op basis van constructieve berekeningen en tekeningen? Voldoen de tekeningen en berekeningen aan de te stellen eisen?
  • Is de doorbraak in de dragende tussenmuur op constructief verantwoorde wijze uitgevoerd?
C. Vragen met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden aan de dragende
tussenmuur van [adres 3]
  • Is met de werkzaamheden in 2018-2019 een stalen spant aangebracht in de doorbraak begane grond / kelder? Zo ja, bevindt zich onder het stalen spant, dat met de werkzaamheden 2018-2019 is aangebracht in de doorbraak begane grond / kelder, nog een stenen bouwmuur van meer dan 2 meter diep?
  • Is het aannemelijk dan wel uit te sluiten, uitgaande van beschikbaar fotomateriaal, de blauwdruk van pand [adres 3] en het rapport van [naam 2] van het Bouwcentrum Rotterdam dat de houten kesp/palen onder het stalen spant tijdens de constructie hebben blootgestaan aan de inwerking van zuurstof?
D. Vragen met betrekking tot het platte dak van [adres 3]
  • Is het juist dat onder het platte dak een constructieve steun zoals een tussenmuur is verwijderd?
  • Zo ja, ligt aan deze verwijdering een constructieve berekening ten grondslag, ook voor het dak?
  • Is sprake van een plat dak dat onder licht afschot ligt van circa 2 graden?
  • Is in het midden van dit dak sprake van verzakking? Kan de grootte en/of omvang van de verzakking worden ingemeten?
  • Is deze verzakking mogelijkerwijs veroorzaakt door de recente werkzaamheden in het pand [adres 3] , in het bijzonder die aan de dragende tussenmuur?
  • Wordt de verzakking verergerd door wateraccumulatie en/of wordt dit op dit moment afdoend voorkomen door de aanleg van de huidige afwatering midden op het platte dak?
  • Voldoet het dak in de huidige staat aan de bouwkundige eisen die men daaraan mag
stellen?
- Is de staat waarin het dak zich begeeft (mogelijke verzakking, mogelijk ontbreken van
constructieve steun) een risico voor de naastgelegen panden? Is er sprake van een
gevaar voor schade aan de naastgelegen panden?
E. Vragen over de relatie tussen A t/m D en de recent geconstateerde scheurvorming in de
mandelige muur van pand [adres 2] en [adres 3]
  • Is het aannemelijk dat de scheuren in de mandelige muur, zichtbaar in pand [adres 2] , zijn veroorzaakt door de werkzaamheden die [verweerder] in 2018-2019 in het pand [adres 2] heeft laten verrichten?
  • Kan de deskundige een inventarisatie maken van de door of in opdracht van [verweerder] verrichte werkzaamheden?
  • Voldoen de door of in opdracht van [verweerder] verrichte werkzaamheden aan de constructieve eisen? Zijn voorafgaand aan de werkzaamheden constructieve berekeningen vervaardigd en voldoen deze constructieve berekeningen? Zijn de werkzaamheden conform berekeningen uitgevoerd?
  • Voldoet de uitvoering van de door of in opdracht van [verweerder] verrichte werkzaamheden aan de eisen van goed en deugdelijk werk? Afgezien van de vraag of de werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens berekening?
  • Is de draagmuur constructief veilig doorgebroken? Heeft het verwijderen van de vloeren op constructief verantwoorde wijze plaatsgevonden? Zijn de aanpassingen aan de achterzijde van de woning op constructief verantwoorde wijze uitgevoerd?
  • Hebben de verrichte werkzaamheden geleid tot veranderingen in de constructie en in de constructieve veiligheid?
  • Bestaat het risico dat de werkzaamheden door [verweerder] hebben geleid tot constructieve risico’s, voor zowel zijn woning als voor de woningen op nummer [adres 2] en [adres 1] ?
  • Indien dat het geval is, welke werkzaamheden of aanpassingen zijn nodig, in het pand van [verweerder] dan wel in het pand van verzoekers, om verdere schade aan de woningen Mathenesserlaan [adres 2] te voorkomen?
F. Overig
- Geeft het onderzoek de deskundige nog aanleiding tot het maken van andere opmerkingen die voor de beoordeling van het geschil van belang kunnen zijn?
benoemt tot deskundige die het onderzoek zal verrichten:
[naam 1], werkzaam bij [naam bedrijf] te [plaatsnaam] ,
adres: [adres bedrijf] ,
postadres: [postadres] ,
telefoonnummer: [telefoonnummer] ;
bepaalt dat [verzoekers] binnen één maand na heden het voor de deskundige bestemde voorschot ad € 4.900,50 inclusief btw overmaakt naar de bankrekening van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR), waarvoor [verzoekers] een nota met betaalinstructies van het LDCR ontvangt;
bepaalt dat [verzoekers] uiterlijk op 18 juni 2021 de kantonrechter bericht over of hij het hiervoor genoemde voorschot tijdig heeft overgemaakt naar de bankrekening van het LDCR;
draagt de griffier op aan de deskundige de storting van het voorschot mede te delen en bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek een aanvang behoeft te maken na het bericht van de griffier dat het voorschot is betaald;
bepaalt dat partijen de processtukken in afschrift aan de deskundige doen toekomen;
bepaalt dat het onderzoek zal plaatsvinden op een door de deskundige na overleg met de (gemachtigden van) partijen te bepalen plaats en tijd;
bepaalt dat van elk van partijen bij het onderzoek ter plaatse één vertegenwoordiger, bijgestaan door zijn gemachtigde, aanwezig mag zijn;
bepaalt dat de deskundige partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en
verzoeken te doen, en daarvan blijk doet geven in het op te maken schriftelijk bericht;
bepaalt dat de deskundige bij het verrichten van zijn werkzaamheden, naast de normen van zijn beroepsgroep, tevens de leidraad deskundigen in civiele zaken in acht dient te nemen (zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl);
wijst partijen erop dat indien zij schriftelijke opmerkingen aan de deskundige doen toekomen, daarvan terstond een afschrift aan de wederpartij dient te worden verstrekt;
bepaalt dat het door de deskundige uit te brengen -ondertekende- bericht uiterlijk op
vrijdag 1 oktober 2021zal worden ingeleverd ter griffie;
bepaalt dat indien deze datum onverhoopt niet haalbaar blijkt, de deskundige hiervan tijdig schriftelijk mededeling doet aan de kantonrechter en partijen en daarbij ook opgaaf doet van de nieuwe datum waarop het deskundigenbericht zal worden ingeleverd ter griffie;
bepaalt dat de deskundige bij de inlevering van het bericht een gespecificeerde opgave doet van de kosten, inclusief honorarium.
Deze beschikking is gegeven door mr. F. Aukema-Hartog en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416